Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Een intelligent, zeer eigenzinnig mens

Roosje de Vries 24 juli 2016
Wat ik me vaak afvroeg tijdens het lezen van biografie - die ik vrijwel in één ruk uitlas; zoiets als 500 pp -: hoe komt dit leven, deze biografie over aan iemand die bijvoorbeel niet de Tweede Feministische Golf heeft meegemaakt; aan iemand die nog nooit iets gelezen heeft van Burnier/Dessaur? Vindt diegene het net zo boeiend als ik, die vrijwel al het werk van Burnier gelezen heeft, die al die historische turbulenties wél heeft meegemaakt, die Burniers optreden in kranten en andere media met een lichte afschuw aanschouwd heeft, waar het haar opvattingen over euthansie en abortus provocatus (zoals dat toen genoemd werd) betreft? Ik ben oprecht benieuwd naar die ervaringen!

Lockhorn verantwoordt op p. 496 de door haar gemaakte keuzes in deze biografie: “Het zwaartepunt van deze biografie ligt in de reconstructie van de interactie tussen leven en literair werk van Ronnie Dessaur / Andreas Burnier [...]. In de schering van haar literaire werk heb ik geprobeerd de inslag van haar leven bloot te leggen.”
Aha, nu begrijp ik waarom Lockhorn geen aandacht besteedt aan Dessaurs wetenschappelijke publicaties en haar verworvenheden. En evenmin aan de relaties met haar vriendinnen, terwijl haar huwelijk met Emanuel Zeylmans van Emmichoven uitgebreid aan de orde komt, omdat hij de motor was van een literair genootschap. Ja, natuurlijk, Paul (dat is een vrouw, hoor) wordt genoemd en Ineke van Mourik / Daniel, maar een inkijkje in die relaties krijgen we niet. Dat is wel een beetje raar, voor dit boegbeeld van de vrouwelijke homoseksualteit. En ik mis het gewoon. Dit is niet de ‘hele’ biografie van Burnier / Dessaur, voor zover zoiets kan bestaan, natuurlijk, de ‘volledige’ biografie.


Andreas Burnier werd geboren in een geassimileerd joods gezin en groeide op in Den Haag en Scheveningen. Ze was een hyper-intelligent meisje, dat liever een jongen wilde wezen, een tomboy. Het ergste wat haar overkwam, was de oorlog, de vervolging van de joden door de duitsers (ik ben solidair met Burnier; zij schreef ‘duitsers’ ook altijd met een kleine letter). Haar ouders en zij moesten gescheiden van elkaar onderduiken. Ik geloof dat ze op meer dan 15 adressen verbleven heeft. Met het eerste onderduikgezin is ze contact blijven houden. Dat was zo traumatisch dat ze dat bijna haar hele leven onderdrukt en onderschat heeft. Daarin was zij niet de enige. Vrijwel alle Nederlanders die door de duitsers zo gemarteld zijn, hielden daar een levenslang trauma aan over, dat zij zelfs hun kinderen met de paplepel ingoten. Deze delen van Lockhorns biografie zijn zeer aangrijpend.

Wat ik tevoren niet wist is dat zij getrouwd is geweest en dat zij twee kinderen heeft gekregen, die zij noch haar (ex)echtgenoot hebben opgevoed. Dat was even chocking. Het boegbeeld van het lesbische (excusez le mot, Andreas) feminisme, dat twee (niet 1 maar 2) kinderen kreeg en die niet zelf heeft opgevoed; net als haar ouders hún kinderen niet hebben opgevoed!

Hoe moet je een biografie recenseren? Geen idee eigenlijk. Ik som nu een paar onderwerpen op die, volgens Lockhorn, in de loop van haar leven belangrijk waren voor Burnier:

- oorlog en onderduik; het joods zijn (zie hieroboven)
- het fenomeen transgender (Dat is toch iets anders dan androgynie, maar beide concepten liggen wel in elkaars betekenisveld)
- feminisme
- vrouwelijke homoseksualiteit (Burnier hield niet van de term ‘lesbianisme’; ik deel haar mening)
- antroposofie / (mahayana)boeddhisme
- jodendom
- wetenschap (studies en werk, de criminolgie, maar niet de wetenschappelijke publicaties en verworvenheden)
- de ‘belles lettres’ (door Burnier zelf aangeduid als ‘bellettrie’), essays en overige stukken.

“Anders dan een transseksueel, heeft een transgenderist geen geslachtsveranderende, operatieve ingreep gehad of vindt deze achteraf niet bepalend voor het gendergevoel; de meesten zijn de ingreep ook niet van plan, toch soms kan een gedeeltelijke verandering al plaatsvinden door hormoongebruik. Dit kan komen door het zich bewust niet willen laten opereren of wanneer dit, door medische, emotionele, psychologische, maatschappelijke of financiële redenen, niet mogelijk of niet gewenst is.” (Wikipedia)
Over het fenomeen ‘transgender’ zijn op zichzelf natuurlijk boeken vol te schrijven (zie ook hieronder over de ‘butch-femme-relatie’). Niet ieder meisje dat een tomboy is, is lesbisch en/of transgender. Lockhorn geeft heel vluchtig een paar ‘verklaringen’ voor Burniers transgender-zijn. Zo vermoedt de joodse psychiater Hans Keilson dat zij misschien in haar jonge jeugd misbruikt is en dat zij daarom geen meisje meer wilde zijn. Burnier kon makkelijker met mannen omgaan dan met vrouwen. De relatie met haar moeder was niet goed. Kon ze op geen andere wijze vorm geven aan haar homoseksualteit (ik geloof niet dat Lockhorn dit argument noemt; als dat zo is, verzin ik het ter plekke). Speelde het paradigma van de ‘butch-femme-relatie’ mn in de relatie tot Paul. Maar wellicht ook spelen deze zaken helemaal geen rol en voelde Burnier zich meer jongen dan meisje (van dit woord had ze een enorme afkeer). Ingewikkelde materie, toen en nu nog steeds. Ik heb het idee dat tegenwoordig de heersende opvatting is ; ’goed, zit je in het verkeerde lichaam, laat je dan ombouwen (want dan weten ‘wij’ tenminste waar we aantoe zijn)’. Transgenders worden ook wel eens de derde sekse genoemd. Van mij had Lockhorn dit mysterieuze gegeven in Burniers leven - zij gaf haar vriendinnen-partners jongensnamen - veel vreder uitgediept mogen worden. In dit kader verbaas ik me toch ook weer over waarom Burnier, die zo graag een jongen had willen zijn, dan toch de hele tijd met ‘zij’ aangesproken wordt. Hoe langer ik erover nadenk, des te meer gaat dit aspect van ‘haar’ leven mij intrigeren.
(1)



Over De Tweede Feministische Golf ben ik korter. Wat daarin een belangrijke rol speelde voor Burnier waren:
Het verschil in belangen tussen vrouwen met een goede opleiding en hogere functie en vrouwen met een minder goede opleiding. Het is te grof om te zeggen: tussen intellectuele vrouwen en huisvrouwen.
Het verschillen in belangen tussen hetero- en homo-vrouwen. Dit wordt bijvoorbeeld duidelijk bij zaken als ‘Baas in eigen buik’ (Burnier was niet perse voor abortus) en anti-conceptie, creches (het was toen niet zo gebruikelijk dat homo-vrouwen kinderen wilden en kregen).

De antroposofie en het boeddhisme laat ik buiten beschouwing, hoewel die voor haar uiterst belangrijk waren. Haar terugkeer, aan het eind van haar leven, maar het jodendom heeft heel louterend voor haar gewerkt op het eind van haar leven. Daardoor kon zij haar levenslange trauma enigszins onder haar wieken brengen.


Lockhorn schrijft tamelijk gefragmenteerd, er zijn hier en daar wat overbodige en ook wat storende overlappingen (‘Hé heb ik dat in een vorig hoofdstuk al niet gelezen; waarom moet dat dan op deze plek weer zo uitgebreid herhaald worden?’).


Andreas Burnier en Ronnie Dessaur groeiden steeds dichter naar elkaar toe, zozeer zelf dat Burnier op een gegeven moment de persoon van C.I. Dessaur als een pseudoniem beschouwde. Dat is grappig enerzijds, maar misschien ook getuigen van een zeker oplossen van haar dissociatie (dit argument noemt Lockhorn volgens mij niet).

Dit boek is, ondanks de kritiek die ik erop heb, heel belangwekkend omdat het gaat over het ingewikkelde en rijke leven van een heel intelligent, zeer eigenzinnig, nooit met de massa meelopend en getraumatiseerd mens.



(1)
NB: Butch-femme-relatie tussen Andreas/Ronnie en Paul. Lockhorn noemt deze term niet.
“Butch en femme is een van oorsprong Engelstalig begrippenpaar dat in de lesbische subcultuur wordt gebruikt om lesbiennes met opvallend masculiene en opvallend feminiene eigenschappen van elkaar te onderscheiden. De samenstelling 'butch/femme' wordt ook gebruikt om een type lesbische relatie mee aan te duiden, waarin de ene partner een mannelijk rolpatroon en de andere een vrouwelijk rolpatroon aanneemt. De lading van de begrippen 'butch' en 'femme' is historisch gezien aan verandering onderhevig, wat samenhangt met de verandering van de positie van (lesbische) vrouwen in de samenleving als geheel. Tegenwoordig worden de concepten butch en femme vaak afgedaan als karikaturen en generaliseringen van de werkelijkheid, maar ze spelen desondanks een centrale rol in de ontwikkeling van de lesbische subcultuur. Soms als ideaaltypes, waar vrouwen zich graag en bewust mee identificeren, en in andere perioden als negatieve stereotypen waar men zich tegen afzet. In films en literatuur met lesbische thematiek is het onderscheid dan ook vaak te herkennen, of wordt er juist nadrukkelijk tegen die tweedeling stelling genomen. Tijdens de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog werd het onderscheid tussen butch en femme belangrijker en strikter dan daarvoor en het had bovendien verdergaande consequenties. Nu homoseksualiteit onder vrouwen 'officieel' bestond en vooral het butchtype voor zichtbaarheid van de lesbische levensstijl had gezorgd, werd de butch/femme relatie min of meer de norm.
Ongeschreven regels bepaalden dat butch/butch- en femme/femme-relaties taboe waren. Een butch kon alleen maar een verhouding beginnen met een (seksueel passief geachte) femme en femmes hoorden verwoed naar de gunsten van een butch te dingen. In die zin was een butch/femme-rolverdeling ontstaan naar analogie van de man/vrouw-verhouding. Men ging er dan ook impliciet van uit dat elke lesbienne in een van beide categorieën kon worden ingedeeld, zowel in homoseksuele als heteroseksuele kringen. Dat het onderscheid tamelijk rigide was, blijkt uit het feit dat een lesbische vrouw die niet duidelijk tot een van de beide types behoorde, werd beschouwd als iemand die twijfelde over haar geaardheid.” (Wikipedia)








Verder lezen, bijvoorbeeld (dit zijn mijn aanbevelingen, rdv):

Al het werk van Burnier, te beginnen met haar autobiografische romans, bijv: Een tevreden lach, Het jongensuur.

Evelien Gans, Gojse nijd & joods narcisme. Over de verhouding tussen joden en niet-joden in Nederland. Amsterdam, 1994 (dit is een buitgengewoon inzichtelijk werk over de na-oorlogse verhoudingen tussen joden en niet-joden met betrekking tot die oorlog.)

Evelien Gans, Jaap en Ischa Meijer, een joodse geschiedenis 1912-1956. Deel 1. Amsterdam, 2008 (De moeders van Burnier en Ischa Meijer leken wel op elkaar, met name in het negatieve: dat zij hun kinderen niet konden opvoeden. Een heel aangrijpend boek ook.)

Hans Keilson, In de ban van de tegenstander
2

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Roosje de Vries

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.