Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

En daartussen de zee

Roosje de Vries 22 maart 2018
En daartussen de zee



Miami en de ‘boarding house’

‘’Je zult het hier goed hebben,’ zegt mijn tante, achter het stuur van het nieuwste model Chevrolet.
‘Je begrijpt ook wel dat ik niet meer voor je kan doen.’
[...]
‘Meer kan ik niet voor je doen.’
Ik snap haar wel. Ik ben in zeker drie gekkenhuizen opgenomen geweest sinds ik zes maanden geleden hier in Miami ben aangekomen, op de vlucht voor de cultuur, de muziek, de literatuur, de televisie, de sportwedstrijden, de geschiedenis en de filosofie van het eiland Cuba. Ik ben geen politieke banneling. Ik denk wel eens dat als ik in Brazilië, Spanje, Venezuela of Scandinavië geboren was, ik ook daar de straten, havens en weilanden zou zijn ontvlucht.’ (2018: 5-6)

William Figueras* is de hoofdpersoon van deze korte roman. Hij komt uit Cuba; het is niet helemaal duidelijk waarom hij gevlucht is - waarschijnlijk omdat zijn literaire werk niet door de Communistische Partij werd goedgekeurd -; het is ergens in de vroege jaren 80 van de twintigste eeuw - zijn vriend, de Zwarte Dichter, zegt: Heb je het al gehoord, Truman Capote is dood; en die is gestorven in 1984; 1984 is eveneens de titel van de dystopische roman van George Orwell -; William zit in een home, een boarding home**, een tehuis voor gekken en achterlijken, de losers van de samenleving. Het leven is er hard. De patiënten, de bewoners is wellicht een betere benaming, krijgen slecht te eten, worden bestolen door de baas, Curbelo en door zijn assistent Arsenio, en ze worden (seksueel) mishandeld.
William vindt al snel een soort van routine in zijn nieuwe bestaan: hij staat op, ontbijt karig - maar hij eet toch niet zo veel dus dat geeft eigenlijk niet -, hij wast zich met een klein stuk zeep en een handdoek die niet verschoond wordt, hij kijkt tv en met name naar de televisiedominee, door wie hij ergens geïnspireerd wordt of door wie hij op de een of andere wijze gerust gesteld wordt. Als hij een paar centen heeft gaat hij een koffie drinken, ergens in Miami, ergens in de Cubaanse wijk. Verder leest hij veel: de groten in de wereldliteratuur: Proust, Joyce, Hesse, Miller, Mann. Zijn bijbel is een gebonden bundel met gedichten van Engelse romantische dichters. Hij is zelf schrijver. Hij schrijft deze korte roman over zijn bestaan als een gek in een samenleving die hem veracht.
William voegt zich in zekere zin in het boarding home. Hij wordt goede maatjes met Arsenio, al komt de ‘liefde’ meer van de kant van Arsenio. En William mishandelt de een-oog Reyes, die overal urineert, samen met Arsenio.

Als een donderslag bij heldere hemel lijkt het leven lichter te worden en zelfs gelukkig, wanneer er in het home een nieuwe vrouw komt, Francis, op wie William verliefd wordt en zij op hem. Ze proberen samen een leven op te bouwen, onafhankelijk van het home.




Autobio

Zo veel is duidelijk: William Figueras is Guillermo Rosales. Zelfs hun voornamen zijn dezelfde. ‘Figueras’ verwijst naar Cuba.
Gewoonlijk leg ik niet zo de nadruk op het autobiografische van een roman, maar hier is het onmiskenbaar en in zeker zin ook van belang. Het lijkt erop alsof Rosales zijn eigen leven als onderwerp nam voor zijn roman en dat hij zijn leven per se wilde delen met de lezer. Ik moest hier ook denken aan ‘onze’ Jan Arends*** en Maarten Biesheuvel. Met name Jan Arends neemt zijn eigen ‘gekte’ en zijn beleving daarvan direct als onderwerp van zijn gedichten en verhalen.

William neemt een tv-toestel mee als hij in het boarding home komt, dat in werkelijkheid Happy House heette, what’s in a name? Binnen de kortste keren is die gestolen. Door Arsenio vermoedt hij maar die geeft geen krimp. Direct voelde ik de aanvechting om te roepen: je kunt maar beter helemaal geen bezittingen hebben, dan kunnen die niet van je afgepikt worden en evenmin hoef je te zorgen voor je spullen en je hoeft je er geen zorgen om te maken.
Een aalmoes krijgt William zo nu en dan, van zijn vriend, de Zwarte Dichter, ongetwijfeld ook een Cubaan, met een voorliefde voor Amerika en Amerikaanse schrijvers: Hemingway, die op zijn beurt natuurlijk een voorliefde had voor Cuba en in Havanna nog vereerd wordt als een halfgod, Truman Capote, Henry Miller. Cuba en Miami zijn nauw met elkaar verbonden, en toch gaapt er een enorme kloof die groter is dan de zee-engte tussen beide wil doen geloven.


Ik werd getroffen door de uitzichtloosheid van het bestaan van William in dit boek. Het lag me erg zwaar op de maag, aanvankelijk, tot ik me realiseerde dat dit de beleving is van William en niet de ‘objectieve’ werkelijkheid. Op de een of andere wijze maakt dat de zware kost beter verteerbaar. Natuurlijk buiten Curbelo en Arsenio de bewoners op een gruwelijke manier uit, maar William ziet het allemaal nog zwarter dan het al is.
Ik moet een beetje om mezelf lachen, want hoe autobio de gegevens en ervaringen ook zijn, het blijft en roman, en dus fictie. Het blijft een moeilijk geval, de mengeling van fictie met autobio.


Cuba

Voor de duidelijkheid: Miami ligt vlakbij Cuba, veel Cubanen zijn in die jaren overgestoken in meer of minder wrakke bootjes naar Miami. Rosales / William trouwens niet; die kwam met het vliegtuig uit Europa.
Cuba, het eiland van de revolutie blijft overal aanwezig. De meeste bewoners zijn Cubaans, niet allemaal. Er wordt gepraat over Cuba. William was communist; hij trok naar het verre oosten van het eiland, naar de Sierra Maestra, om daar de boeren te alfabetiseren. Dat was een van de speerpunten van Fidel Castro. De Sierra Maestra is het gebied waar Castro en zijn maten aan land kwamen om overal de revolutie tot stand te brengen.
Ida, die twee kinderen in Massachusetts heeft die niets van haar willen weten, en die in Cuba een echte bourgeois was, getrouwd met een man met veel huizen en bezittingen, heeft een compleet andere kijk op Cuba dan William. Zij heeft alles verloren. Geen toeval is het natuurlijk dat William vertelt dat hij twintig jaar geleden op Cuba een liefdesroman had geschreven; de geliefden waren een communist en een bourgeoismeisje (ibid.: 8). Zijn roman werd niet geappreciëerd door de Communistische Partij.
‘Daarna werd ik gek. Ik begon duivels op de muren te zien, hoorde stemmen die me uitscholden en hield op met schrijven.’ (ibid: 9)

Dat zal de reden geweest zijn waarom William / Rosales uit Cuba vertrokken is.
- Het is vreemd dat ik voor het romanpersonage zijn voornaam gebruik en voor de werkelijke auteur zijn achternaam... -





Een moderne Prometheus

Het huis van de drenkelingen is een zwarte roman, het is ook een heel ‘volle’ roman ondanks zijn geringe omvang van 136 pagina’s in de nieuwe uitgave van 2018. Veel zaken, personen en motieven thema’s zijn onderling verbonden en krijgen zo betekenis. Het is ondoenlijk om er hier uitgebreid op in te gaan.

Ik wil graag wijzen naar de voortdurende dromen van William.
En op het motief van de zee, die alsmaar op de achtergrond aanwezig is. Voor wie ooit op Cuba geweest is, weet dat de zee overal is, behalve in het binnenland, maar daar wonen weinig mensen; er is weinig infrastructuur. In Havana beukt de zee over de boulevard, de Malecón. Ook in Miami is de zee aanwezig. En de zee-engte tussen Cuba en Miami is smal, maar het cultureel-sociale verschil is zo enorm groot.

Een droom van William wil ik kort bespreken; dat is de droom waar hij als een moderne Prometheus aan een rots geketend is en de octopussen opdracht geeft een schelp te zoeken met daarop de afbeelding van het Vrijheidsbeeld. Op het moment dat die schelp gevonden is, werpt William die weer in zee en geeft de opdracht die opnieuw bij hem te brengen.

‘Ik had gedroomd dat ik vastgebonden zat aan een rots en dat ik lange gele nagels had, als van een fakir. Hoewel ik in mijn droom was vastgebonden als straf voor de mensen had ik een enorme macht over de dieren in de wereld. [...]
De inktvissen vergoten dikke, kristalheldere tranen over mijn wreedheid . Maar ik lachte om de huilende inktvissen en schreeuwde met bulderende stem: ‘Breng me er nog zo een!’’ (ibid.: 24)

De moderne Prometheus werd ongetwijfeld gestraft door de Communistische Partij, de moderne goden in Cuba. Hij had het ‘woord’ naar de mensen willen brengen - zijn liefdesroman - in plaats van het vuur. Gefrustreerd gaat hij op zoek naar Vrijheid maar kan haar niet serieus nemen als zij gevonden is. De dieren kan hij overheersen en uitbuiten - hoe sneu ben je dan? - net als de arme eenogige Reyes, die misschien het moderne equivalent is van de Cycloop van Odysseus. Reyes betekent ‘koningen’; wel een heel sneue soort en door de Communistische Partij verafschuwd, natuurlijk.




Zo eindigt het

‘Ik sta op. In een hoek van de zitkamer is de eenogige Reyes langdurig aan het pissen. Arsenio loopt naar hem toe, trekt de riem uit zijn broek en geeft met de gesp een geweldige klap op de rug van de oude eenoog. Ik ga naar Arsenio toe en neem de riem van hem over. Ik til hem boven mijn hoofd en laat hem met alle kracht neerkomen op het broodmagere lichaam van de oude eenoog.
Buiten roept de mulattin Caridad dat het eten klaar is. Er is koude vis, witte rijst en rauwe linzen.’ (ibid.: 136).






Figueras is de naam van een plaats vlakbij Havana, Cuba. En de naam van de geboorte- en begraafplaats van Dalì in Spanje.

** Boarding home doet ook denken aan boarding house = pension, maar roept bij mij ook associaties op met boarden = aan boord gaan, te meer omdat de zee een belangrijke rol speelt.

*** https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_Arends

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Roosje de Vries

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.