Lezersrecensie
Een kijkje in het melancholische leven van een verscheurde moeder
Tatiana de Rosnay heeft zich voor haar boek 'Kwetsbaar' fantastisch in weten te leven in hoe verscheurd je je voelt wanneer een dierbare iets overkomt. Tot in detail beschrijft ze de verslagenheid, de onmacht, het verdriet, de aanslag op een gezin, op een relatie.
'Ik was als een wanhopig Klein Duimpje, verdwaald op een weg van tranen.'
Als Française is Justine getrouwd met een Engelsman. Haar silent giant. Twee kinderen, een koningskoppel. Een baan als vertaalster. Haar man een eigen architectenbureau. Alles lijkt zo perfect totdat op woensdag 23 mei haar zoon wordt aangereden. De bestuurder rijdt door terwijl Malcolm in een coma raakt.
Dan begint het verhaal, geschreven vanuit de ik-persoon, vanuit de beleving van Justine. Haar zoektocht om te achterhalen waarom iemand door kan rijden. De worsteling met de politie die niet hard genoeg zoekt. De verwijdering van haar man, die anders met het verdriet omgaat. De omgang met het dagelijks leven.
'En dan het wakker worden. Het moment waarop je je ogen opendeed dacht je nergens meer aan en voelde je je zorgeloos, dat geloofde je althans. En dan kwam alles weer terug. De druk die je weer voelde en die verstikkend was.'
Het besef dat niets meer is zoals het was.
'Een caleidoscoop van geluk dat voorbij was. Van iets wat was verdwenen. Weg. Voorgoed.' 'Wat was er overgebleven van onze zorgeloosheid? Ons ongecompliceerde leven. De langzaam verstrijkende tijd zonder wrijvingen en obstakels.'
Tot in detail neemt de schrijfster je mee. Mee in de herinneringen van Justine, naar vakanties en tweede huisjes. Mee in de gedachten aan haar zoon. Mee in de zoektocht naar de daders. Het verhaal valt zwaar, juist doordat Tatiana je het verdriet zo goed laat ervaren. Hierdoor was ik meerdere keren geneigd om het weg te leggen. Toch boeit het tot de laatste bladzijde. Je moet weten hoe het verhaal nou in elkaar zit.
'Ik was als een wanhopig Klein Duimpje, verdwaald op een weg van tranen.'
Als Française is Justine getrouwd met een Engelsman. Haar silent giant. Twee kinderen, een koningskoppel. Een baan als vertaalster. Haar man een eigen architectenbureau. Alles lijkt zo perfect totdat op woensdag 23 mei haar zoon wordt aangereden. De bestuurder rijdt door terwijl Malcolm in een coma raakt.
Dan begint het verhaal, geschreven vanuit de ik-persoon, vanuit de beleving van Justine. Haar zoektocht om te achterhalen waarom iemand door kan rijden. De worsteling met de politie die niet hard genoeg zoekt. De verwijdering van haar man, die anders met het verdriet omgaat. De omgang met het dagelijks leven.
'En dan het wakker worden. Het moment waarop je je ogen opendeed dacht je nergens meer aan en voelde je je zorgeloos, dat geloofde je althans. En dan kwam alles weer terug. De druk die je weer voelde en die verstikkend was.'
Het besef dat niets meer is zoals het was.
'Een caleidoscoop van geluk dat voorbij was. Van iets wat was verdwenen. Weg. Voorgoed.' 'Wat was er overgebleven van onze zorgeloosheid? Ons ongecompliceerde leven. De langzaam verstrijkende tijd zonder wrijvingen en obstakels.'
Tot in detail neemt de schrijfster je mee. Mee in de herinneringen van Justine, naar vakanties en tweede huisjes. Mee in de gedachten aan haar zoon. Mee in de zoektocht naar de daders. Het verhaal valt zwaar, juist doordat Tatiana je het verdriet zo goed laat ervaren. Hierdoor was ik meerdere keren geneigd om het weg te leggen. Toch boeit het tot de laatste bladzijde. Je moet weten hoe het verhaal nou in elkaar zit.
1
Reageer op deze recensie