Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Pretentieuze, slordige mooischrijverij

Stef Smulders 19 januari 2017 Auteur
Ik ben niet dol op droombeschrijvingen in romans, het is een te gemakkelijke truc: je kan schrijven wat je wil, logica is niet vereist en wat het allemaal betekent dat zoekt de lezer maar uit. Veel schrijvers zijn er wel dol op, jammer genoeg, maar zo bont als Carrasco het maakt zijn er maar weinig. Het hoofdstukje over de ijldroom van de jongen in dit boek staat bol van de brallerige poeha en is daarmee exemplarisch voor de rest van het boek. Kan iemand mij uitleggen wat cerebrale poriën zijn? En wat er überhaupt stáát in dat hoofdstukje, behalve onbegrijpelijke wartaal? "In vet weggezonken klingelende belletjes"? Hoe kunnen die nog klingelen? Je zou kritiek op dit soort teksten kunnen proberen af te doen als Droogstoppelachtige mierenneukerij, ware het niet dat er op vrijwel elke bladzijde van dit zich als literair voordoende werk dergelijk onzin voorkomt. Onhandige formuleringen, knullige beschrijvingen, voorstellingen in strijd met de logica. Het barst er van. Carrasco is verliefd op zijn eigen mooischrijverij en verliest daarbij, zoals de meeste mooischrijvers overkomt, de basisvereiste voor het beschrijven van gebeurtenissen uit het oog: je moet goed (kunnen) waarnemen.

Voorbeelden:
"... in zijn maag knaagde nog steeds de zwarte bloem van zijn familie." Een vleesetende plant?
"Toen hij uit de kuil klom, had het licht een roodachtige, stoffige textuur. Er was geen zon meer te zien boven de horizon, maar een gelig schijnsel..." roodachtig geel of geelachtig rood?
"... lang genoeg was om de angst door de straten van het dorp te laten snellen, op weg naar het huis van zijn ouders." Het centrum van de angst is natuurlijk het huis van de ouders en van daaruit verspreidt het zich over het dorp, niet andersom!
Dan de hele beschrijving van de herder bij het kampvuur. Deze ligt van top tot teen onder een deken en toch weet de jongen dat het een man is? Vervolgens steekt de jongen zijn hoofd tussen de cactusplanten door om iets op te vangen van de gelaatstrekken van de man? Aan de voeten van de herder ligt een weitas en de jongen kruipt er zo dicht naar toe dat hij de riem kan pakken en het leer kan ruiken. Vervolgens hoort hij de stem van de herder "aan de andere kant van het vuur"! Probeer de situatie eens te tekenen. De herder is, zo blijkt later, klein van stuk.
"De geit beschreef een lijn van geluiden in de lucht als een touw met knopen"?
"Gewend als hij was aan de eenzaamheid, zou hij mogelijk zelfs dankbaar zijn voor zijn gezelschap." Onhandige formulering.
"Hij bleef doodstil zitten, zijn spieren verslapt door de leegte die de angst bij hem veroorzaakte." Wat is er mis met: zijn spieren verslapt van angst. Hoewel spieren normaliter juist verstijven van angst ...
"Hij wist nog niets van loyaliteit of van de tijd die onder(!) mensen verstrijkt en de band tussen hen steeds sterker maakt." Hoezo "of"? Wat staat hier nu eigenlijk?
Merkwaardig dat de jongen die toch uit een boerendorp komt zo verbaasd staat te kijken naar hoe de herder zijn geiten melkt. Nooit eerder gezien?
"... gleed een druppel zweet van zijn voorhoofd op de stof van zijn broek waar hij meteen weer verdampte." Een kokend hete broek?
"De schaduw van de kruin werd geprojecteerd op de grond waarbij de stam precies in het midden van de donkere vlek stond." Het verhaal speelt zich kennelijk in de tropen af. Niet in Spanje in ieder geval.
"Een vreemde minuscule golf trekt over zijn voorhoofd als een slijmerig stuk schuurpapier dat zijn pijnlijke huid openkrabt" Hoe kan iets slijmerigs krabben?

Enzovoort enzovoort.

Dit is het slechtste boek dat ik in jaren gelezen heb.
9

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Stef Smulders