Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Roman met filosofische laag

Sylvia ten Hove 28 april 2018
‘Peachez, een romance’ is gebaseerd op het waargebeurde verhaal over de aan de universiteit van North Carolina werkzame deeltjesfysicus Paul Frampton. Het artikel van Maxine Swann met de titel ‘The professor, the Bikini Model and the Suitcase Full of Trouble’ vormde de voornaamste bron van inspiratie voor dit boek. Toch is dit boek meer dan een hervertelling van het verhaal over Frampton en een verhaal over catfishing. Dit verhaal gaat ook over geloof, hoop en liefde.

“Ik geloofde in haar, en mijn liefde voor haar nam de vormen aan van hoop.”

De ik-figuur vertelt zijn verhaal vanuit de Complejo Penitenciario Conurbano Bonaerense Norte, een gevangenis in Buenos Aires, Argentinië. Hij vertelt hoe hij daar terecht is gekomen. Zijn herinneringen en het verhaal in het heden, wisselen elkaar af. De ik-figuur is een wereldvreemde, eenzame professor, hoogleraar Latinistiek, getrouwd met de Fredo universiteit. Hij heeft graag controle over de dingen en beleeft geen leven buiten zijn studeerkamer met zijn klassieke boeken.

“Daarom heb ik mijn leven op zo’n manier ingericht dat het zich voor het grootst mogelijke deel afspeelde in de gewijde tempel van de geest waar de stemmen van de oude dichters al eeuwen op dezelfde toon fluisteren, waar ik mij thuis voel en waar ik de volledige controle heb. De vluchtige veranderlijkheid van de werkelijke wereld buiten mijn studeerkamer heb ik slechts gadegeslagen als toeschouwer op mijn wandelingen door onze stad en verder zo veel mogelijk genegeerd.”

De professor is overtuigend neergezet. Zijn misschien soms ongeloofwaardige gedrag paste helemaal bij zijn personage. Met zijn verhaal houdt hij een pleidooi, niet om zichzelf vrij te pleiten, maar om duidelijk te maken dat Sarah onschuldig is en haar niets te verwijten valt.

De professor komt in contact met Sarah als hij een e-mail van haar ontvangt waarin ze schrijft dat haar levensmotto ‘capre diem’ is. Dan wordt de schoolmeester in hem wakker en kan hij het niet laten om een belerend berichtje terug te sturen. Hij verwacht daarop geen reactie meer van haar, maar tot zijn verrassing reageert ze wél. Er ontstaat een mailwisseling tussen hem en Sarah. Ze hebben dagelijks contact.

De professor wordt verliefd op Sarah. Zij stuurt hem foto’s van zichzelf en ze vertellen elkaar over hun dromen. Door het contact met Sarah en de aandacht die ze hem geeft, slaat zijn fantasie op hol en creëert hij zijn grote liefde in zijn hoofd, in zijn fantasie. Hij laat de werkelijkheid los en laat zijn werk versloffen. Zijn fantasie wordt zijn werkelijkheid. Hij aanbidt haar als een godin en brengt haar uiteindelijk zijn grootste offer: hij zet zijn vliegangst opzij om haar te kunnen ontmoeten. Zij zorgt ervoor dat hij zijn leven uiteindelijk toch gaat beléven, ze maakt van hem een nieuw mens.

“Ook als ik haar heb geschapen, heeft zij mij gebaard, in die zin dat ik om harentwille gevoelens heb gehad die ik nooit eerder in mijn leven had gekend, dat ik voor het eerst in mijn leven iets voelde en dat ik voor het eerst van mijn leven in leven was.”

Uiteindelijk blijkt alles op bedrog gebaseerd te zijn en komt de professor terecht in de gevangenis in Buenos Aires. Hij ziet in dat de liefde tussen personen gebaseerd is op het besluit om onze verlangens de projecteren op de ander en daarmee grotendeels fantasie is. Dat we, net zoals Pygmalion, een beeld scheppen van de ander en dat we hopen dat hij of zij daar een beetje op wil gaan lijken. Dit vergelijkt hij met religie:

“Het mysterie van het geloof is dat wij Hem hebben geschapen naar ons beeld omwille van het geloof. Het geheim van Gods liefde is dat hij volmaakt is en eindeloos omdat zij volledig van onze kant komt als een projectie van onze verhevenste voorstelling van het goede op een leeg scherm en dat Hij de illusie niet verstoort door te bestaan. Gods grootste gift aan ons is dat Hij Zijn post niet beantwoordt en Zijn telefoon niet opneemt en ons alle vrijheid gunt om Hem lief te hebben zoals wij Hem het liefst hebben. Ons geloof in Hem en onze liefde voor Hem zijn niet van Zijn bestaan afhankelijk […] Het is niet God die onze levens verrijkt, maar ons geloof in Hem.”

“Zoals een religieus aangelegd mens troost en zingeving vermag te ontlenen aan de vrijwillige onderwerping aan een willekeurige en desnoods zelfverzonnen God en zijn leven verrijkt acht door regels, riten en gebeden meer dan door de belofte die de desbetreffende God belichaamt, zo wilde ik in Sarah en in mijn liefde voor haar geloven, niet omdat ik zeker was van mijn berekeningen dat mij dat op langere termijn baat zou brengen, althans dat niet het belangrijkste, daar dacht ik niet aan, daar ging het niet om, maar omdat ik mij rijk, levend en gelukkig voelde door in haar te geloven. Zo is de liefde. Zo moet de liefde zijn.”

Als de professor gelucht wordt kan hij nog net een grote esdoorn zien staan. Aan de bladeren kan hij de seizoenen volgen en dus het verstrijken van de tijd, maar ziet uiteindelijk ook hoe zijn fantasiewereld ontmanteld wordt.

“Mijn esdoorn begint zijn bladeren te verliezen. In de weidse kruipden die boven de betonnen muren om de luchtplaats uittorent, wordt steeds meer structuur zichtbaar van takken, alsof technici na afloop van een kleurrijk en wervelend schouwspel het decor ontmantelen en de staketsels zichtbaar worden waaraan de fantasiewereld, waarin elke toeschouwer zo graag geloofde, was opgehangen.”

Ondanks het feit dat hij door zijn fantasie waarschijnlijks levenslang achter de tralies eindigt, zegt hij dat hij al de jaren, dat hij omringd was door geleende woorden in een dode taal en met zijn geloof in het belang van een wetenschappelijke carrière, ambitie, erkenning en aanzien onder collega’s, meer in een fantasie heeft geloofd dan in de laatste maanden met haar en zich meer mens voelt en vrijer dan ooit. De prijs die hij er nu voor moet betalen, heeft hij er graag voor over. Het maakt hem niet uit of zij, na alles wat zij voor hem heeft betekend, ook daadwerkelijk bestaat. Hij gelóófde in haar. In de woelige maalstroom van schijn, fictie en bedrog, waarin niets was wat het leek, was er één ding echt en oprecht, en dat waren zijn gevoelens voor haar.

Pfeijffer schrijft bloemrijke, lange zinnen en bijzinnen en verwijst veelvuldig naar figuren uit de Griekse mythologie, zoals Pygmalion, Pegasus en Theseus in het labyrint van Knossos, Icarus en Bellerophon. Doordat de professor latinist is, is het boek doorspekt met Latijnse citaten die overigens wel van een uitleg zijn voorzien. De taal van de professor is poëtisch en romantisch. Zo noemt hij het neerstorten van een vliegtuig ‘een letale knieval voor de zwaartekracht’. Zijn taalgebruik staat in schril contrast met de platvloerse taal van Sarah, die spreekt over ‘tieten’ terwijl de professor deze ‘twee sneeuwwitte welpen’ noemt.

Het is een roman vol met tegenstellingen, over feit versus fictie en fantasie versus werkelijkheid. Met zijn metaforen en het thema over geloof, hoop en liefde, heeft Pfeijffer een interessante, filosofische laag aan het boek gegeven. Dit maakt dat dit boek zo veel meer is dan een verhaal over catfishing.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Sylvia ten Hove

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.