Lezersrecensie
Eszter wees niet zo ondoordacht; hij is niet te vertrouwen!
Sándor Márai is natuurlijk die schrijver van 'Gloed', een
bestseller zo'n zestig jaar na eerste verschijning. De taal, de
beschrijvingen, het onvermijdelijke van menselijke handelen - het
keert allemaal terug in 'De erfenis van Eszter' (1939). Maar toch
mist dit boek een beetje de groots- en meeslependheid van 'Gloed'.
Misschien vanwege de zijwegen in beschrijvingen van personages die
wat te veel afleiden van het kernverhaal.
Toch is het verhaal in 'De erfenis' bijzonder. Twintig jaar lang leidt Eszter een teruggetrokken leven, sinds Lajos, haar vriend, uit haar leven verdween. Lajos is een erkend leugenaar, bedrieger en dief, maar hij is zo charmant en wellevend dat hij er overal mee weg komt. Hij heeft bijna alles van Eszter afgepakt en heeft haar verraden door met haar zus te trouwen. En nu kondigt hij zijn terugkomst aan. Eszter weet dan al dat hij het laatste dat er nog is zal willen roven.
Als lezer erger je je aan de houding van het hoofdpersonage Eszter: wees toch niet zo ondoordacht, je weet dat die vent niet te vertrouwen is, kom op voor jezelf! Wees niet zo lijdzaam, luister naar de waarschuwingen van je vrienden! Het web dat rond Eszter - vooral ook door haar zelf - wordt opgebouwd, is verbijsterend. Moreel kan de lezer er niet bij. Dat maakt deze roman van Sándor Márai bijzonder; hij legt beanstigend bloot dat je soms niet anders kunt (of eigenlijk: denkt te kunnen) dan noodlottigheden te accepteren. Hoe de mens zijn eigen verdoememis kan accepteren en voor zichzelf goed kan praten.
Toch is het verhaal in 'De erfenis' bijzonder. Twintig jaar lang leidt Eszter een teruggetrokken leven, sinds Lajos, haar vriend, uit haar leven verdween. Lajos is een erkend leugenaar, bedrieger en dief, maar hij is zo charmant en wellevend dat hij er overal mee weg komt. Hij heeft bijna alles van Eszter afgepakt en heeft haar verraden door met haar zus te trouwen. En nu kondigt hij zijn terugkomst aan. Eszter weet dan al dat hij het laatste dat er nog is zal willen roven.
Als lezer erger je je aan de houding van het hoofdpersonage Eszter: wees toch niet zo ondoordacht, je weet dat die vent niet te vertrouwen is, kom op voor jezelf! Wees niet zo lijdzaam, luister naar de waarschuwingen van je vrienden! Het web dat rond Eszter - vooral ook door haar zelf - wordt opgebouwd, is verbijsterend. Moreel kan de lezer er niet bij. Dat maakt deze roman van Sándor Márai bijzonder; hij legt beanstigend bloot dat je soms niet anders kunt (of eigenlijk: denkt te kunnen) dan noodlottigheden te accepteren. Hoe de mens zijn eigen verdoememis kan accepteren en voor zichzelf goed kan praten.
1
Reageer op deze recensie