Lezersrecensie
Vlotte schelmenroman over de jeugd van nu
Landverrader, ongedierte, mag een ongeluk je treffen. Als je dát te horen krijgt weet je dat je iets hebt losgemaakt. Mano Bouzamour schreef een vlotte schelmenroman over de jeugd van nu. We hebben het hier dus over een Geslaagd Debuut. Interessant is de vraag wát het dan zo geslaagd maakt.
Om te beginnen is het een goed jongensboek. Er wordt stoer rondgereden op scooters, gerommeld met gestolen spullen en indruk gemaakt op meisjes. Geslachtsverkeer is een belangrijk thema. In dat opzicht doet DBVP denken aan de producten van Jan Cremer en Robert Vuijsje. (in straattaal zou dit genre denk ik fapromans heten). Wat DBVP interessanter maakt is dat de hoofdpersoon een opstandige puber is die tussen twee culturen zit. Bouzamour gebruikt daarvoor een leuke metafoor: hij moet steeds zijn best doen niet tussen twee stoelen in te vallen. Bij zijn ‘Hollandse’ vriendin Evelien komt híj door zíjn afkomst het huis niet in, zij bij zijn behoudende ouders niet vanwege háár afkomst. Thuis durft Sam niet te vertellen dat hij is blijven zitten op de middelbare school; zijn pianoleraar weet niet dat hij oefent op een gestolen piano; de vader van zijn vriendin weet niet dat Sams broer in de gevangenis zit, en zo gaat het maar door.
De beschrijvingen van confrontaties tussen die culturen, hoe wrang ook, werken op de lachspieren. Sam leidt Evelien, een rechtenstudente, rond bij de rechtbank. Bekend terrein voor Sam: hij heeft daar menigmaal op de publiek tribune gezeten als zijn broer voorkwam wegens medeplichtigheid aan een roofoverval. Evelien weet daar allemaal niets van. ‘Enkelvoudige kamer, meervoudige kamer…’ ‘Hoe weet je dat allemaal?’ Sam: ‘Algemene ontwikkeling.’ Sams moeder wil zijn piano uit het raam gooien: ‘instrument van de duivel’. Sam dreigt haar aan zijn mes te rijgen. Als vader ingrijpt met ‘de hemel ligt onder de voeten van je moeder’: ‘Ruikt de hemel naar zweetvoeten?’
DBVP is een Bildungsroman in de beste traditie van Die Neuen Leiden des Jungen Werthers. De hoofdpersoon verkeert voortdurend in mentale verwarring, zij het in het Amsterdam van nu en niet in Berlijnse kraakpanden met Plumpsklos. Er is vaardigheid en doorzettingsvermogen voor nodig om zo’n boek te schrijven. Marokkaans-Nederlandse jongens vonden dat Bouzamour zijn ziel heeft verkocht; een imam waarschuwde voor hem; journalisten verweten hem dat hij niet écht het schoffie is uit het boek, zijn ouders waren woest. Ik zou het willen omkeren: een literaire prestatie om trots op te zijn, een recht-voor-zijn-raapboek dat ergens over gáát. En het loopt nog goed af ook.
Interview met Mano Bouzamour:
http://www.trouw.nl/tr/nl/4468/Schrijf/article/detail/3566252/2013/12/22/Ik-ben-niet-de-zoon-die-mijn-vader-wil-dat-ik-ben.dhtml
Om te beginnen is het een goed jongensboek. Er wordt stoer rondgereden op scooters, gerommeld met gestolen spullen en indruk gemaakt op meisjes. Geslachtsverkeer is een belangrijk thema. In dat opzicht doet DBVP denken aan de producten van Jan Cremer en Robert Vuijsje. (in straattaal zou dit genre denk ik fapromans heten). Wat DBVP interessanter maakt is dat de hoofdpersoon een opstandige puber is die tussen twee culturen zit. Bouzamour gebruikt daarvoor een leuke metafoor: hij moet steeds zijn best doen niet tussen twee stoelen in te vallen. Bij zijn ‘Hollandse’ vriendin Evelien komt híj door zíjn afkomst het huis niet in, zij bij zijn behoudende ouders niet vanwege háár afkomst. Thuis durft Sam niet te vertellen dat hij is blijven zitten op de middelbare school; zijn pianoleraar weet niet dat hij oefent op een gestolen piano; de vader van zijn vriendin weet niet dat Sams broer in de gevangenis zit, en zo gaat het maar door.
De beschrijvingen van confrontaties tussen die culturen, hoe wrang ook, werken op de lachspieren. Sam leidt Evelien, een rechtenstudente, rond bij de rechtbank. Bekend terrein voor Sam: hij heeft daar menigmaal op de publiek tribune gezeten als zijn broer voorkwam wegens medeplichtigheid aan een roofoverval. Evelien weet daar allemaal niets van. ‘Enkelvoudige kamer, meervoudige kamer…’ ‘Hoe weet je dat allemaal?’ Sam: ‘Algemene ontwikkeling.’ Sams moeder wil zijn piano uit het raam gooien: ‘instrument van de duivel’. Sam dreigt haar aan zijn mes te rijgen. Als vader ingrijpt met ‘de hemel ligt onder de voeten van je moeder’: ‘Ruikt de hemel naar zweetvoeten?’
DBVP is een Bildungsroman in de beste traditie van Die Neuen Leiden des Jungen Werthers. De hoofdpersoon verkeert voortdurend in mentale verwarring, zij het in het Amsterdam van nu en niet in Berlijnse kraakpanden met Plumpsklos. Er is vaardigheid en doorzettingsvermogen voor nodig om zo’n boek te schrijven. Marokkaans-Nederlandse jongens vonden dat Bouzamour zijn ziel heeft verkocht; een imam waarschuwde voor hem; journalisten verweten hem dat hij niet écht het schoffie is uit het boek, zijn ouders waren woest. Ik zou het willen omkeren: een literaire prestatie om trots op te zijn, een recht-voor-zijn-raapboek dat ergens over gáát. En het loopt nog goed af ook.
Interview met Mano Bouzamour:
http://www.trouw.nl/tr/nl/4468/Schrijf/article/detail/3566252/2013/12/22/Ik-ben-niet-de-zoon-die-mijn-vader-wil-dat-ik-ben.dhtml
1
Reageer op deze recensie