Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Muziek in oorlogsgeweld

Wil 01 januari 2019
Rob Waumans gaat met zijn derde roman DE SOLIST terug naar het Berlijn van begin 1945. Het kapot gebombardeerde Berlijn is, op de grens van oorlog en vrede, nog in handen van de Russische “bevrijders”, ook wel de bolsjewieken genaamd, die naar hartenlust vernietigen, verkrachten, mishandelen, executeren en andere weerzinwekkende geweldsdelicten plegen. Complete gezinnen worden uitgemoord of plegen zelfmoord uit pure wanhoop voor wat hun werd aangedaan. Kortom, het is een heftig boek met situatiebeschrijvingen die niets aan duidelijkheid te wensen overlaten. Als lezer, sidder je mee.

We volgen, Valentin Grossman, een joodse concertpianist, de laatste levende Grossman in Duitsland, die na ruim vijf jaar ondergedoken te hebben gezeten in de nok van een boerderij, bijna 20 km van Berlijn, nu terugkeert naar zijn woning in Berlijn, in de Friedrichstrasse. Hij hoopt zijn grote geliefde Elise Heise (katholiek van huis uit) weer terug te vinden. Zij waren zo’n acht jaren lang innig verliefd, deelden hun grote passie voor muziek, waren gelukkig, hadden toekomstplannen, maar zijn toch niet samen gevlucht. Het vertrek werd in 1939 steeds weer uitgesteld omdat Valentin de realiteit steeds te rooskleurig inschatte en niet wilde zwichten. Uiteindelijk heeft hij Elise dus achter moeten laten.

Valentin gaat naar hun grote muziekvrienden Leo Borchard en diens vrouw Rita. Daar vertellen zij hem dat na het laatste grote bombardement op Berlijn Elise gevlucht is, in verwarde toestand, ze stond doodsangsten uit. Ze sprak niet meer, ze herkende niemand meer. “Het enige waar ze op reageerde was muziek (…) Het leek of alles uit haar hoofd was gebombardeerd, behalve de muziek” – blz 33. Niemand heeft haar daarna nog gezien. Valentin zwijgt, gaat op zoek, bijna centimeter voor centimeter kamt hij het kapotte Berlijn uit. De Russen lachen hem uit, hij krijgt flinke klappen, ze mishandelen hem, slaan hem een gebroken neus. Hij loopt in een werkval en moet lijken helpen opgraven en herbegraven. Ook weten ze hem in zijn huis te vinden, met alle nare en stinkende gevolgen vandien. Ook de overgebleven Duitsers zijn vijandig als hij te dicht bijkomt omdat hij meent Elise te herkennen en moet hij rennen voor zijn leven. Zijn solistische zoektocht is bij tijden heel macaber en vereisen een sterke maag van de lezer. Maar elke keer krabbelt hij weer op... Hij is wanhopig. Blz. 143: “Samen met Elise was hij iets geweest. Maar nu is hij niets meer dan een gevangene in zijn eigen bajes van verlangen en verdriet.”

Valentin begrijpt nu wel dat er maar één manier is om haar te vinden. Via de muziek, die hen ook bij elkaar bracht. Hij heeft een geweldig plan. Zijn vrienden Leo en Rita zijn daarbij een grote steun. Ook Monika die bij hen inwoont…. en daarnaast voor enige troost zorgt. Samen met Leo (zijn leermeester op het conservatorium, de latere chef-dirigent van de Berliner Philharmoniker voordat hij werd vervangen door Furtwängler) besluit hij een concert te gaan organiseren en daarvoor de nog levende musici (geen partijgenoten) van de Philharmoniker weer op te sporen en bij elkaar te brengen. Nog enkele andere bekende musici voegen zich bij hen. Ze vinden een geschikte concertzaal in de “ruïnes” van de bioscoop Titania-Palast. Muziek is nodig voor de wederopbouw, vinden ze.

Leo heeft een goede relatie met de Russen via stadscommandant Vankov, spreekt ook Russisch en weet vrijwaringen te krijgen voor de musici, daardoor krijgen ze meer voedselbonnen en bovendien helpen de Russen mee om puin te ruimen in het Palast-gebouw. Nu nog een piano voor Valentin…

Een geweldig moment in het boek is het toevallig ontwaren van een vleugel die op de derde verdieping van een nagenoeg geheel verwoest huis hangt. Valentin kruipt ernaartoe. Wil hem aanraken. Door het gat in de vloer weet hij zich door het plafond te wurmen. En weet de toetsen te bereiken. Hij drukt zacht op de toets en de hoge A klinkt, dof maar niet geheel onzuiver. Enkele ogenblikken daarna, op zijn kruipweg terug, denkt hij Elise in de donkere ruimte van de ruïne te zien, gaat er naartoe…. Dan volgt het meest vreselijke moment van het hele boek. Is dit zijn einde…? Later, keert Valentin terug in de ruïne op zoek naar zijn tas en kan hij het niet laten om Chopin te spelen…. Zijn vingers kiezen deze muziek uit. Na de laatste klanken, stort het dak in en verbrijzelt de vleugel. Valentin weet nog net op tijd het vege lijf te redden.

Waumans weet op voortreffelijke manier de muziek te verweven door het oorlogsgeweld heen. Hij laat in het hoofd van Valentin muziek klinken. Op zijn onderduikadres speelt hij “luchtpiano” op een lange dwarsbalk om zijn vingers een beetje in beweging te houden. Valentin duwt “doelbewust muziek in zijn hoofd om de zware gedachten te verdrijven en het lijkt of de muziek zich eerst aanpast aan zijn gedachten en hem dan langzaam mee omhoog voert” – blz. 57. Het is steeds weer andere muziek die hij hoort. Een pianoconcert van Ravel, een Hongaarse Mars van Berlioz, een Prelude van Chopin, een strijkersserenade van Dvorák, de Paganini-etudes van Liszt. Een sonate van Beethoven. Op heftige momenten laat de muziek hem wel eens “even” in de steek. Als hij aan Elise denkt, hoort hij en speelt hij meestal Liebestraum van Liszt.

Ook een mooi moment is de flashback naar 5 april 1933 (hfdstuk 13) waar Elise aan Valentin vertelt over het ontstaan van de Preludes van Chopin, diens levenswerk dat gecomponeerd moest worden. Chopin was er letterlijk en figuurlijk doodziek van. De Solist begint met een Proloog waarin verwezen wordt naar deze reis van Chopin met zijn geliefde naar Mallorca. De muziek van Chopin is een soort van rode draad door dit boek, in het leven van Valentin Grossman, wanhopig op zoek naar zijn geliefde, op weg naar zijn eigen levenswerk, het concert met de Philharmoniker waar hij haar hoopt te zien.

In veel flashbacks lezen we over het leven van Valentin zelf, diens ouders en grootouders. Over Elise zelf en haar ouders. Maar bijzonder is dat de hoofdstukken die specifieke momenten uit hun leven samen aangeven apart getiteld worden met datum. In de omgekeerde chronologische volgorde. Een vondst! We beginnen met hfdst. 6 op 31 mei 1939, de nacht vóór zijn vertrek en eindigen met hfdst. 23 op 14 december 1931 hun eerste ontmoeting na een muziekrepetitie. Valentin speelt na afloop een nocturne van Chopin en ziet dan Elise….

Hoofdstuk 24 is het laatste hoofdstuk: 26 mei 1945 het concert van de Philharmoniker is een feit. En een piano is dus ook nog gevonden voor Valentin die met de 24st Prelude van Chopin het historische concert zal openen. Ziet hij Elise terug? Blz. 217: “Valentin tilt zijn linkerhand op, legt zijn vingers op de toetsen en sluit zijn ogen. Hij ziet zijn vader en moeder, daarnaast Serg,” (…)

Zoals in de “Verantwoording” staat hebben veel gebeurtenissen werkelijk plaatsgevonden. De personages Valentin en Elise en hun familieleden zijn fictief, veel van de overige personages hebben echt bestaan.
Op het moment dat ik deze recensie publiceer, moet het boek nog verschijnen (half januari). Ik was een van de uitverkorenen door de Club van Echte Lezers om dit boek al eerder te lezen en te recenseren. Hartelijk dank aan Uitgeverij Atlascontact.nl.
Rob Waumans kan écht schrijven! Vijf sterren voor deze goed onderbouwde roman. Een aanrader. De enige aanbeveling die ik wil geven is een plattegrond van Berlijn uit 1945 toe te voegen met daarop de zoekroutes van Valentin.

Zeist, 1 januari 2019

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Wil

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.