De antagonist als protagonist

Tijdens het Gala van het Fantastische Boek geeft auteur Marcel van Driel een schrijfworkshop. Deze workshop vindt plaats in één van de zalen van Hotel Central in Den Bosch en start vlak na de opening van de dag om 15.00 uur.

Marcel legt uit waar de workshop over gaat:

“Stelling: Niet de hoofdpersoon maar de antagonist is het belangrijkste personage in je verhaal.

Ieder verhaal bestaat uit een conflict tussen een protagonist en een antagonist. De doelen van beide personages staan diametraal tegenover elkaar. Voor de schrijver (en de lezer) staat de protagonist centraal. Zoals David Mamet zegt: ‘The main question in drama, the way I was taught, is always, ‘What does the protagonist want?’ That’s what drama is. It comes down to that. It’s not about theme, it’s not about ideas, it’s not about setting, but what the protagonist wants.’

Maar wat de antagonist wil is minstens zo belangrijk! Ik durf zelfs te beweren dat de acties van de antagonist bepalender zijn voor je verhaal dan die van de protagonist. Wat is Roodkapje zonder de Grote Boze Wolf? Wat is Luke Skywalker zonder Darth Vader en The Emperor?

In mijn workshop ‘De antagonist als protagonist’ benaderen we jouw verhaal door de ogen van de antagonist. Wat wil hij/zij bereiken? Wat is zijn/haar motivatie? Hoe kunnen we de acties van de antagonist op scherp zetten en daardoor het jouw protagonist moeilijker maken? (En je verhaal beter?)

Om de theorie meteen in de praktijk te kunnen brengen, wil ik dat je een verhaal waar je nu mee bezig bent als uitgangspunt neemt. Het maakt niet uit of het een kort verhaal of boek is.

Schrijf van te voren het volgende op:

1. De premisse/het plot van je verhaal. Waar gaat het over? Wat is het? Over wie gaat het?

2. De protagonist. Wie is hij/zij? Wat is zijn/haar belangrijkste doel/motivatie?

3. De antagonist. Wie is hij/zij? Wat is zijn/haar belangrijkste doel/motivatie?

4. Wat is het conflict in een notedop?

Hou het kort, schrijf niet meer dan 1, maximaal 2 alinea’s per onderwerp en zorg dat het op 1 A4tje past. Dan heb je voldoende om mee aan de slag te gaan.

Neem een schrijfblok of tablet oid mee om aantekeningen op te maken en invallen op te schrijven. Aan de hand van voorbeelden en oefeningen gaan we individueel met onze verhalen aan de slag.

Tot 7 februari!”