Gastcolumn door Chris Polanen
Debuteren
Gedreven door een ernstige heimwee naar Suriname begon ik in 2011 met het schrijven van een roman. Ik schreef vier hoofdstukken vol pijn en hunkering en stuurde ze naar een bevriende schrijver. Na enkele weken kwam zijn reactie: 'Twee grote uitgevers zijn geïnteresseerd in je!' Een van hen stuurde mij een uitnodiging die ik ongelovig, maar trots accepteerde. In een statig pand aan de Herengracht werd ik te woord gestaan door een dame die mij verzekerde dat deze hoofdstukken met haar als redacteur uit zouden groeien tot iets bijzonders. Ik tekende een contract, kreeg een riant voorschot en ging aan de slag.
In de twee jaren die volgden kreeg het boek langzaam vorm. ‘Uniek en weergaloos goed,’ noemde mijn redacteur het. ‘De flair van een goede Tarantino film.’ Ik bezocht auteursfeesten, borrels, gaf interviews en werd gefotografeerd. Vlak voor de publicatie kreeg mijn redacteur een baby en nam ontslag. Mijn nieuwe redacteur was minder enthousiast. ‘De publicatie wordt uitgesteld,’ zei ze. ‘Er moet nog veel verbeteren.’ Na vier maanden: ‘Het gaat niet snel genoeg.’ Na acht maanden: ‘De uitgeverij verliest het vertrouwen in je boek.’ En uiteindelijk: ‘De uitgeverij wil niet met je verder.’
Na al die jaren was opgeven geen optie. Ik was misschien wel oud (52), maar verdomme nog niet dood.
Op een gure herfstdag verliet ik met een opgezegd contract en een zwaar beschadigd ego de uitgeverij. Ik schreef mij in op de Schrijversvakschool, gevestigd aan dezelfde gracht in net zo’n statig pand. Hier liepen echter geen auteurs rond met grote ego’s en grote voorschotten waarvan ze op vakantie gingen naar Miami (zoals ik had gedaan). Nee, dit waren bescheiden, onzekere werkers, die in stilte voortploeterden, in de hoop ooit de onzichtbaarheid te ontstijgen. Mijn docent was streng, maar ik merkte dat hij wel wat in mij en mijn manuscript zag. ‘Het is publicabel’, zei hij tijdens de laatste les. Het herschrijven kostte mij anderhalf jaar. Ik stuurde het naar een grote uitgever en kreeg als reactie: ‘Uw manuscript is goed geschreven, sommige delen zelfs zeer goed. Wij zijn echter op zoek naar jonge schrijvers die snel een boek kunnen schrijven.’
Na al die jaren was opgeven geen optie. Ik was misschien wel oud (52), maar verdomme nog niet dood. Ik kwam terecht bij een literair agent. ‘Goed geschreven en verkoopbaar,’ noemde hij het en al snel had ik weer een contract bij een grote uitgever en weer een riant voorschot. Vorig jaar mei, zes jaar nadat ik eraan begon, verscheen mijn debuut Waterjager bij Lebowski Publishers.
Chris Polanen