Rechter tikt nazaten Conan Doyle weer op de vingers

Rechter Richard Allen Posner stelde twee maanden geleden de schrijver Leslie Klinger in het gelijk. Die vond dat het copyright op het meeste van wat Arthur Conan Doyle over 's werelds beroemdste speurder, Sherlock Holmes, had geschreven, niet meer van kracht was.

Posner verwierp het argument van de Arthur Conan Doyle Estate, de belangenbehartiger van de familie van de auteur, dat het karakter van de fictieve Sherlock Holmes zo complex is dat er geen sprake kan zijn van auteursrechtvrije delen van Doyles oeuvre. Deze week bepaalde Posner dat de 'estate' aan Klinger dertigduizend dollar aan juridische kosten moet vergoeden. Posner vond de pogingen van Arthur Conan Doyle Estate om een vergoeding wegens auteursrechten te verlangen 'een vorm van afzetterij'.

Andere ondernemingen, waaronder entertainmentbedrijven (Warner Bros, BBC, CBS) die bewerkingen van de verhalen over Sherlock Holmes op de markt brengen, hadden aan de stichting wel geld betaald om met het materiaal aan de gang te kunnen gaan. Maar Klinger vertikte het om op de eis van de Conan Doyle Estate in te gaan. Die verlangde geld van Klinger, omdat hij de bundel In the company of Sherlock Holmes had uitgebracht. Dat boek bevat een aantal verhalen geschreven door hedendaagse auteurs die zich hebben laten inspireren door het werk van Conan Doyle. Rechter Posner was duidelijk op de hand van Klinger, zo bleek deze week. Hij zei zelfs: ''Voor het aanhangig maken van de onwettige manier van zaken doen door de Conan Doyle-nazaten verdient Klinger op zijn minst een beloning.''

(Bron: The Hollywood Reporter)