Interview /
Simone van der Vlugt heeft geen fascinatie voor moord en doodslag
Een donker café. De deuren gesloten, krukken op tafel. In een hoekje brandt nog licht, drie mensen eromheen. Ze praten over het leven, over de dood. En over hun gemeenschappelijke fascinatie voor spanning. Welkom in De Prael, waar schrijfster Milou van der Will collega’s ontmoet.
In de eerste editie van een nieuwe interviewreeks voor Crimezone Magazine sprak ze af met Simone van der Vlugt en Peter Römer.
OVER FASCINATIE
‘Oh, maar ik heb geen fascinatie voor moord en doodslag,’ zegt Simone – haast verdedigend. ‘Ik heb een fascinatie voor spanning. Voor een goede spanningsboog. En ja, daar hoort nu eenmaal misdaad bij.’ Ze denkt even na. ‘Eigenlijk vind ik het zelfs vrij verontrustend om te schrijven over verschrikkelijke dingen, puur voor het leesplezier. Een tijdje terug was ik bezig met een boek over een moord op een jong meisje. Een paar weken later las ik over zo’n geval in de krant. Er zijn mensen die dat leed werkelijk meemaken. Dus ik heb het onderwerp toen laten vallen. Anders voelt het voor mij als profiteren van andermans leed.’
Peter haakt in: ‘Ik zou ook niet stellen dat ik een fascinatie heb voor doodslag. Wat mij juist interesseert is het menselijk tekort. Je staat ’s morgens op en door de opeenvolging van keuzes sta je ineens boven een lijk en denk je: kut, dat heb ik gedaan. Dat kan ons allemaal overkomen. En dat maakt het interessant.’
Zonder dollen, gebaart hij dan. ‘In bepaalde situaties wordt een mens gebracht tot een bepaalde handeling. Het is interessant om achter die menselijke motieven te komen. Een whydunit is boeiender dan een whodunit. Althans, voor mij.’
Simone: ‘Mensen beschikken van nature over een innerlijke rem, maar niet iedereen trapt ook op die rem. Dat vind ik interessant. Ik gebruik dat bijvoorbeeld in Op klaarlichte dag, waarin de hoofdpersoon een oude vrouw van de trap sodemietert die haar identiteit ontdekt. Maar ja, die oude vrouw stond ook wel erg wankel. Gaf ze haar nou een duw of niet? Dat weet ze zelf eigenlijk ook niet meer.’
OVER INSPIRATIE
Simone vertelt ook over haar inspiratie voor Het bosgraf, een Literair Juweeltje dat ze in 2006 schreef. ‘Ik las in de krant over een lange kuil die in het bos was ontdekt door wandelaars. Ze vonden het vreemd, want hij had precies de lengte van een graf. Ze deden aangifte en de politie vond het ook raar, dus die hing camera’s op. Wekenlang gebeurde er niets. Ze haalden de camera’s weer weg. Totdat die kuil op een bepaald moment ineens dicht was. Ze gingen graven en ja hoor, er lag een dode vrouw in.’
Peter gaat verbaasd achteruit zitten. ‘Nou,’ roept hij, ‘wat grappig dat jij daar een boekje over hebt geschreven! Ik heb daar een aflevering van Grijpstra & De Gier over geschreven. De Gier loopt dan te trimmen in dat bos en struikelt in dat graf. En dan komt dat zelfde verhaal op gang.’
‘Dit wisten jullie niet van elkaar?’ vraag Milou verbaasd.
‘Nee!’ zegt Peter.
Simone schudt ter bevestiging haar hoofd. ‘Wat grappig,’ zegt ze dan. ‘Dit moet je opschrijven, Milou.’
Het hele interview met Simone van der Vlugt en Peter Römer lees je in de zojuist verschenen vijfde editie van Crimezone Magazine.