Column /
The internet of things. Intermezzo.
The internet of things. Intermezzo.
Ik wou dat ik ermee kon koketteren dat ik vorige week vergat een blog te schrijven. Maar het is ernstiger dan dat: ik heb zelfs geen nanoseconde aan dat blog gedacht, pas terug in Nederland realiseerde ik me dat. Dan moet je je toch wel het een en ander gaan afvragen.
Maar nu iets heel anders, niet gerelateerd aan het vak en alles wat daar bij komt kijken. Op zaterdag lees ik uitvoeriger dan de rest van de week de krant. Wat heet, ik heb er tegenwoordig drie om somber van te worden. Nu stond in een van die kranten een stukje over ‘the internet of things’. Daar heb ik niet veel van onthouden, maar wel dit: de geïnterviewde persoon zag nu al halsreikend uit naar het moment dat alle dingen met internet verbonden zouden zijn. Want wat zou dan bijvoorbeeld heel gaaf zijn? Dat je een app hebt die aangeeft wanneer je je trui in de was moet doen. I kid you not.
Stok- en stokoud voelde ik me toen ik dat las. Een app die je vertelt dat je trui in de was moet. We kunnen niet meer vertrouwen op onze ogen als ze vlekken zien? Of onze neus als die trui stinkt? We hebben een app nodig die tussen onze waarneming van de realiteit en de vieze, stinkende trui in gaat zitten om ons ervan te overtuigen dat dat ding gewassen moet worden …
Het was tegelijkertijd hilarisch en verbijsterend. Mij schoot door het hoofd dat als dit eenmaal de werkelijkheid is geworden, dat zo iemand die helemaal into the internet of things is natuurlijk nooit meer op vakantie kan. Want er kunnen onverwachte dingen gebeuren op vakantie. Met things, met wandelende en rennende things bijvoorbeeld. Dat je op safari verlamd van angst op je appje leest dat je heel hard met je armen moet zwaaien om het grote beest weg te jagen, en je van pure schrik geen beweging kunt maken, of te laat. A very unglorious demise indeed.
Ook hoorde ik van iemand die al een compleet huis en alle spullen erin op afstand kan aan- en uitzetten en opwarmen en afkoelen en nog heel veel meer. Áls het werkt. Et voilà, daar zat ’m de crux. Er blijkt maar een vingerknipje – letterlijk – voor nodig te zijn om het niet meer te laten werken. Zit je daar in het donker, met alleen nog brandende garagelampen. In je eigen huis, dat koud is en zo tjokvol internet of things dat een virtueel kortsluitinkje nooit lang op zich laat wachten.
Ik ben ongelooflijk voor vooruitgang. Maar voor een vieze trui vertrouw ik nog graag op mijn ogen en neus.
Nelleke Geel
Meer lezen? Hier vind je de eerdere columns van Nelleke.