Column /
Thrillerschrijvers bloggen: De ideale locatie (44)
Ingrid: Sinds kort heb ik mijn hoop gevestigd op de zolder.
Ergens in een land hier ver vandaan, in een woest bergachtig gebied staat een prachtige jaren ’20 villa aan de rand van een groot bos. De luiken zijn van hout, de muren wit gepleisterd, delen ervan overwoekerd met klimop. In de tuin rozenstruiken, wilde bloemen en eeuwenoude eiken. Het gazon eindigt bij een helder meer waar de zon weerkaatst in het strakke wateroppervlak. Als de wind goed staat hoor je er de geluiden van het nabijgelegen stadje waar de bewoners flaneren of uitgebreid lunchen op een van de vele terrassen.
Op de eerste verdieping van de villa bevindt zich mijn ruime schrijfkamer. Vanaf mijn balkon kijk ik uit op het meer, er is een open haard, een hoogpolig tapijt en een goed gevulde boekenkast. Het bureau is zo groot dat mijn oude vertrouwde laptop klein lijkt, mijn comfortabele Eames stoel zit perfect. Overal om me heen liggen aantekeningen en memoblaadjes. Niemand ergert zich daaraan, want de enige die in deze kamer komt ben ik. Soms hoor ik de stemmen van mijn vriend en kinderen, maar ze zullen me nooit storen als ze weten dat ik aan het schrijven ben.
De werkelijkheid: ‘Mamaaa, ik heb honger.’
‘Nu even niet schatje, ik moet werken aan mijn nieuwe boek. Vraag het maar aan papa.’
‘Die kan ik niet vinden. Honger mama! En dorst!’
‘Nou pak zelf maar iets dan.’
‘Mamaaa, ik krijg het pak niet open. Mag ik tv kijken?’
‘Nee, dat mag je niet.’
‘Mam ik heb geknoeid. Waarom mag ik geen tv kijken?’
‘Dat mag je nooit om 3 uur ’s middags..’
‘Maar papa zei…’
Mijn echte schrijfplek bevindt zich op het kruispunt van alle bedrijvigheid in huis: de eettafel in de woonkamer in een doodgewone stad in Nederland. Het is de plek waar de kinderen spelen, waar de potten en pannen rammelen, waar met de complete buurt oorlog wordt gevoerd op de Wii en waar mijn partner ook kantoor houdt en dus overal luid bellend doorheen wandelt. Ergens in een donkere raamloze gang staat wel een bureautje voor mij, maar dat heb ik volgestapeld met rotzooi. Daaraan kan ik dus niet werken. Een tijdje probeerde ik het in de slaapkamer, maar daar was het te koud.
Sinds kort heb ik mijn hoop gevestigd op de zolder. Onlangs heb ik mijn partner vriendelijk verzocht om daar een schrijfkamertje voor me te timmeren. Hij keek me slechts spottend aan en ging verder met zijn telefoongesprek. Eerlijk gezegd weet ik het zelf ook wel: geen uitzicht, te koud, gehorig, passerende muizen. Tot mislukken gedoemd. Ooit ging ik een paar dagen het huis uit om te schrijven. Ik schreef veel, maar miste mijn herriemakers verschrikkelijk. Misschien is het tijd om toe te geven dat de eettafel eigenlijk mijn ideale schrijflocatie is. Althans, zolang die villa niet binnen mijn budget valt.
Anita, jij hebt ook een gezin. Waar haal jij de tijd vandaan om te schrijven?