Column /
Thrillerschrijvers bloggen: Schrijfrituelen (31)
Anita: Mijn schrijfrituelen zijn vrij eenvoudig.
Ingrid, voordat ik iets vertel over mijn schrijfrituelen moet me eerst iets van het hart. Na de vele overeenkomsten tussen ons blijkt nu dat we op één punt erg verschillen: ik ben een avondmens. Als jij om zes uur of half zeven vrolijk rondhuppelt, lig ik nog in coma. O, ik heb het wel eens geprobeerd, vroeg opstaan (lees: acht uur) om te schrijven, maar dan viel ik prompt weer in slaap. Of ik staarde twee uren naar het scherm om dan toch gewoon om tien uur te beginnen. Ik schrijf vooral ’s middags en ’s avonds.
Ik las eens dat Thomas Rosenboom iedere dag hetzelfde rondje liep en iedere dag hetzelfde at tijdens het schrijven van een van zijn boeken. En Judith Visser schrijft al haar boeken met een pen. Mijn schrijfrituelen zijn vrij eenvoudig. Ik heb nodig: thee. Veel thee. Chocola. Een joggingbroek (niets wat zo afleidt als hinderlijk strakke kleding). En absolute stilte. Sommige schrijvers luisteren naar muziek, maar dat leidt mij alleen maar af. Best gek, want toen ik als puber een proefwerk moest leren of huiswerk moest maken, ging ik niet boven op mijn kamertje zitten, maar gewoon beneden voor de tv, waar de rest van het gezin praatte en in- en uitliep.
Tijdens het schrijven staan de documenten met daarin de hoofdstukindeling en een beschrijving van de personages altijd open, zodat ik daar af en toe een blik op kan werpen. Klopt het nog wat ik schrijf? Als mijn personage een stoere vrouw is, kan ik haar niet steeds laten piepen. Als ze onzeker is, zal ze tijdens een gesprek met de politie niet ineens een grote mond gaan opzetten.
En ik kan alleen thuis schrijven. De vorige zomer zat ik vanwege een verbouwing een paar weken bij mijn ouders en ik had mijn laptop meegenomen, maar er kwam geen woord op papier. In plaats daarvan ben ik maar research gaan doen.
En geld een rondje mail, twitter, facebook en achterklap op nu.nl ook als schrijfritueel? Of heet dat gewoon uitstelgedrag? Eigenlijk zou ik een nieuw schrijfritueel moeten invoeren: niet meer op internet. Zo las ik laatst dat het voor mensen steeds moeilijker wordt om zich te concentreren tijdens het werken, omdat er voortdurend meldingen dat je mail hebt op het scherm verschijnen en internet een bron van afleiding is. De aandachtspanne wordt steeds korter. Ik merk dat ik, op momenten dat ik vastloop met mijn tekst, ter ontsnapping andere dingen ga doen op internet. Internet is onmisbaar voor de broodnodige research, maar het doorbreekt wel de flow die ervoor zorgt dat ik helemaal in de ban van het boek raak. Ik overweeg serieus om een soort slot op mijn computer te zetten zodat ik pas na een uur, of twee, weer in staat ben om op internet te gaan.
Via Twitter raakten Ingrid en ik in contact met Jacqueline Coppens, die een thriller schrijft en op zoek is naar een uitgever. Een boek schrijven is geen makkie, een uitgever vinden ook niet. Jacqueline, waarom een thriller en wat heb je tot nu toe gedaan om een uitgever te vinden?