Column /
Thrillerschrijvers bloggen: Stem (94)
Ingrid: Zonder enige wanklank ontstond mijn debuut Nickname.
Anita vroeg in haar vorige blog in hoeverre de uitgever een stem heeft in wat ik schrijf. Moeilijke vraag. Het woord ‘uitgever’ klinkt zo afstandelijk, want in de praktijk is ‘de uitgever’ een aardige vrouw die koffie met me drinkt en die meedenkt over mijn verhaal. Geen van de drie vrouwen die ik tot nu toe in die functie meegemaakt heb, heeft me ooit letterlijk verzocht iets te veranderen. Maar hoe je het ook wendt of keert, als de uitgever je verhaal niet goed genoeg vindt, heb je een probleem.
In het begin van mijn schrijfcarrière kreeg ik te maken met M. Ik was zo enthousiast dat er überhaupt een boek van me werd uitgegeven dat ik me over het verdere uitgeefproces niet zo druk maakte. M. had dus geen kind aan me. Ze deed enkele globale suggesties voor verbetering van het manuscript dat ik ingeleverd had en ik dacht dingen zoals ‘als je het zo bekijkt, zit daar inderdaad wat in’ en ‘zij heeft ervaring dus ze zal het heus wel weten.’ Zonder enige wanklank ontstond mijn debuut Nickname.
Toen kwam de ervaren H. op mijn pad. Ze was kritischer dan M. en wilde, nee eiste, dat mijn tweede boek beter zou worden dan het eerste. Ik zelf wilde ook graag een stijgende lijn inzetten dus dat vond ik prima. Ook H. deed suggesties, maar als ze iets echt belangrijk vond, stopte ze niet voordat ik alles geprobeerd had. Ik herinner me onze discussie over de carrièrevrouw in Botsing nog goed. H. vond haar niet overtuigend genoeg en was niet enthousiast over mijn subtiele aanpassingen. Uiteindelijk besloot ik tot een radicale ingreep en maakte er een man in een vrouwenlijf van. Plotseling klopte het. Wat H. deed was wat ik op dat moment nodig had: ze zorgde ervoor dat ik het beste uit mezelf haalde.
Dat geldt ook voor I. die me vanaf mijn derde boek met raad en daad bijstaat. Ze denkt mee, luistert naar me, geeft me tips en moedigt me onverminderd aan mijn eigen koers te varen. Voor haar telt dat ik doe wat bij me past. Volgende week komt ze bij me langs om te praten over boek vier. Ik ben inmiddels over de helft met schrijven. Na een paar koppen koffie zal ze vragen of ik wil dat ze meedenkt en waarschijnlijk zeg ik ja. Ik kijk er namelijk best naar uit om eindelijk met een deskundig persoon diep in dit verhaal te duiken. Ondanks dat I. soms meer op een vriendin (of een therapeut) lijkt dan op een uitgever, is ze boven alles een echte vakvrouw en daarom geef ik haar met alle liefde een stem(metje) in mijn volgende boek.
Anita, jouw vierde boek komt binnenkort uit. Wat doe je in de tussentijd? Heb je schrijfvakantie of ben je alweer aan het nadenken over een nieuw boek?