Blogpost:
Erik Le Romancier
Heftig en geruchtmakend!
'Gesproken over echtgenoten, lieve moeder, wanneer zoeken u en vader die voor me uit? Ik ben er helemaal klaar voor.'
Ysala schaterde het uit van de pret.
'Ach, mijn lieve, kleine kuikentje! Hoor nu toch eens, Ysmer! Onze kleine meid wordt al groot, een volwassen vrouw.'
'Mama, ik meen het! Ik ben klaar voor een man,' pruilde Asmara.
'Liefje, je weet heel goed dat Asverze voor gaat. Zij is de oudste. Bovendien is haar cyclus eindelijk regelmatig geworden, dus de Grote Moeder staat haar eindelijk toestemming trouwen en aan te liggen bij een man.'
'Mama!' Asverze voelde zich helemaal rood en warm worden van schaamte. 'Moeten we het tijdens het avondeten nu echt hebben over mijn cyclus?'
'Waarom niet?' viel Ysmer haar in de rede. 'De eer van de man zit in de cyclus van de vrouw. Een vloeiende vrouw, is een vruchtbare vrouw. En een vruchtbare vrouw, is een eerbare vrouw. En een eerbare vrouw is een sieraad voor elke man en zijn huisgezin,' sprak Ysmer streng. 'Dat betekent dat alles wat zich tussen jouw benen afspeelt, dus ook die verdomde cyclus van je, mijn zaak is. En voor de goede orde, jongedame,' Ysmer hief dreigend zijn vinger, 'ik bespreek mijn zaken waar, wanneer en met wie ik dat wil.'
Asverze deed haar mond open om haar vader weerwoord te geven, maar haar moeder was haar voor.
'Zo hebben de Goden het voor ons beschikt, Asverze. Het zijn de wetten van Vader Zon en zijn gemalin, de Grote Moeder. Van hun wetten mogen wij mensen niet afwijken.'
'Goed gesproken, vrouw,' bromde Ysmer goedkeurend.
'Ik heb inmiddels ook mijn eerste bloedingen gehad, papa. Echt waar, ik vloei ook al.'
'Is dat zo, Ysala?' vroeg Ysmer aan zijn vrouw die liefdevol en trots van haar man naar jongste dochter keek.
'Dat is zo, maar ons kuikentje is nog lang niet regelmatig. Dat zal nog wel een tijdje duren. Voorlopig is ze nog steeds een meisje en geen vrouw.'
'Hoe weet jij dat nou?' mokte Asmara.
'Lieverd, dat weet ik omdat ik elke dag je onderbroekjes nakijk op bloedvlekken. Zo weet ik dat je nog maar pas je maandbloedingen hebt. Net zo goed als dat ik ook weet dat Asverze inmiddels een regelmatige cyclus heeft, omdat ik ook haar broekjes controleer. En natuurlijk houd ik ook bij wanneer er weer bebloede, wollen maandlappen in de wasmand liggen. Aangezien jij, Asmara, nog niet echt vloeit, weet ik dat ze dus van Asverze zijn.'
Asverze werd lijkbleek van ontzetting.
'Wát doe je!?'
'Ik houd bij wanneer je bloedt tussen je benen.' Haar moeder zei het op volstrekt neutrale toon. Voor haar was dit waarschijnlijk de normaalste zaak van de wereld, maar voor Asverze was het dat allesbehalve. Zij voelde zich intens smerig, bespied, begluurd, geschonden. Haar moeder leek haar dochters ontzetting en verwarring niet op te merken.
'Vervolgens meld ik de resultaten van mijn kleine onderzoekje aan je vader. Tenslotte heeft hij als hoofd van het gezin recht op deze informatie.'
'Op die manier wist ik dat het tijd was een passende echtgenoot voor je te zoeken.'
Asverze was met stomheid geslagen. Vol walging schoof ze de kom met daarin een restje stoofpot aan de kant. Ze wist zeker dat ze vanavond geen hap meer door haar keel zou kunnen krijgen. Behalve vies, voos en vunzig, voelde ze zich ook nog verraden.
Uit: ‘Asverze’ van Erik Le Romancier
Lees verder op mijn site