Blogpost:
inge drewes
Niet uit te leggen
En nu heb ik dit dikke boek met het rare omslag en met een onderwerp dat me niets lijkt toch gelezen. Soms is het goed over je eigen grenzen heen te gaan (zolang het maar niet richting IS is). Want ‘Laura H.’, geschreven door de NRC-journalist Thomas Rueb is een behoorlijk goed boek. Wat een verhaal. Een ingewikkeld meisje, dat een talent heeft om zich behoorlijk in de nesten te werken en zich niet of nauwelijks laat corrigeren of helpen door de mensen om haar heen. Thomas Rueb beschrijft haar leven: haar jeugd, haar bekering, haar gang naar het kalifaat en haar terugkeer naar Nederland. Een jeugd met gescheiden ouders, met een broertje die ernstig ziek is en alle aandacht opeist, in een buurt in Zoetermeer waar jongeren elkaar vooral verkeerde dingen leren. Met scholen en jeugdzorginstellingen die niet echt weten door te dringen tot de wereld van de jongeren. Het gaat van kwaad tot erger, Laura wordt steeds onhandelbaarder, ze doorloopt het hele circuit van jeugdzorg en belandt in een gesloten instelling. Ook daar weten ze haar niet te stoppen in haar zelfdestructie. Want zelfdestructie is het: ze verliest zich meer en meer in het idee dat ze een mooi islamitisch huwelijk moet zien te sluiten, en veel kinderen moet krijgen, en dat ze op die manier gelukkig wordt. Uiteindelijk gaat ze met man en kinderen naar het kalifaat van IS, waar ze belandt in een dubbele hel: haar man wordt steeds gewelddadiger en het leven in IS is uiterst zwaar. Een meisje uit Zoetermeer. Waarom doet ze dat allemaal? Of zoals Thomas Rueb verzucht: ‘Laura, wat bezielde je?’.
Het antwoord op die vraag wordt niet goed duidelijk in dit boek. Dat komt niet door Thomas Rueb: hij geeft het verhaal van Laura weer zoals hij het heeft gehoord in de talloze gesprekken die hij met haar en met anderen heeft gevoerd. Het ligt vooral aan Laura. Het lijkt bijna of alles wat Laura overkomt een noodlot is waar ze niet aan kan ontsnappen, het overkomt haar zonder dat ze haar rol hierbij duidelijk weet te maken. Zoals ze zelf na haar terugkeer in Nederland tegen de rechtbank zegt: ‘Ik wilde leven, ik was op zoek naar leven. Het is niet uit te leggen.’ Het lijkt er vooral op dat Laura erg met zichzelf bezig is, verward en lastig is, en ook stronteigenwijs. Behoorlijk irritant dus. Steeds weer zijn er mensen zijn die zich echt om haar bekommeren, die proberen haar verder te helpen, die haar willen helpen haar grenzen te bepalen. Zoals haar vader, die als het moet altijd wel weer een oplossing voor haar bedenkt, of Klaske van het opvanghuis die redelijke regels stelt en Laura steeds weer kansen biedt. Maar Laura heeft hier allemaal geen boodschap aan: ze schreeuwt, ze loopt weg, ze beslist en doet zonder na te denken of te luisteren naar anderen.

Thomas Rueb heeft een knappe prestatie geleverd door ‘boven de stof’ te blijven staan en zich geen oordeel aan te meten over Laura. Hij is onafhankelijk journalist gebleven, en heeft de journalistieke weg gevolgd om de belevenissen van Laura in een boek te vangen. Hij sprak haar na vrijlating zo’n honderdvijftig uur, interviewde familieleden en betrokkenen, las allerlei documentatie, waaronder politiedossiers en msn-berichten van de vader, en ging ook zelf naar Irak. Dit alles leverde een grondig, gedegen en uitstekend geschreven verslag op van een geradicaliseerd leven. Het is te hopen dat dit boek Laura helpt om tot meer inzicht te komen in haar eigen aandeel in de gebeurtenissen, en haar belevenissen niet allemaal op de omstandigheden en het handelen van anderen kan schuiven. Misschien helpt het als ze zich daarbij realiseert hoeveel moeite haar vader, maar ook anderen om haar heen, hebben gedaan om haar te begrijpen en te helpen.
Laura H. Het kalifaatmeisje uit Zoetermeer. Amsterdam: Das Mag Uitgevers, 2018.