Blogpost:
Han Peeters
Wel of niet deelnemen als schrijver aan een leesclub
Graag had ik uitgebreid weerwoord gegeven op onjuiste veronderstellingen of het niet juist interpreteren, maar dat liet ik achterwege omdat als een boek eenmaal is verschenen het voor zichzelf gaat spreken. Had ik dat wel gedaan dan werd ik ongetwijfeld beschouwd als een schrijver die moeite heeft met kritiek.
Ooit ging ik er fel op in op een ander forum en dat werd een slachtpartij, waar iemand vond dat ik een gevaarlijk boek had geschreven, wat op zich door mij als een groot compliment werd beschouwd. Dat was een goede leerschool om me bij de Hebban-leesclub koest te houden en niet de fout te maken mijn fictie als non-fictie te verdedigen.
Doordat ik er vanuit de zijlijn aan deelnam en alleen iets uitlegde over het boek of over mezelf oogstte ik respect, want het is heel makkelijk om een schrijver onderruit te halen, waarvan alleen de naam op de cover prijkt, die verder vrijwel anoniem is. Gelukkig gedroegen de clubleden zich netjes, al waren er momenten dat het bloed uit mijn hoofd wegtrok. Dan kon ik het niet nalaten om mijn frustratie te uiten bij de leidster van de leesclub, waarmee ik een rechtstreeks lijntje had. Op die momenten was ik het kwijt. Ze was een geweldig klankbord.
Uiteraard pikte ik de sterke signalen op dat ik een goed boek had geschreven en zette dat achter elkaar op mijn sociale media. Uiteraard waren er ook negatieve commentaren, maar daarvan is de lijst veel korter.
Om als schrijver deel te nemen aan een leesclub moet je over een dikke huid beschikken, maar ik raad het elke schrijver aan want je leert er enorm veel van. In mijn geval zodanig dat karakters in de club meegaan in de volgende delen van De Laatste Profeet / Het Laatste Testament.