Tip Marugg (1923-2006) heeft een klein maar fijnzinnig oeuvre nagelaten. Zijn romanpersonages zijn eenlingen die worstelen met hun plaats in de wereld. In een nauwkeurige, po sche stijl schreef Marugg over de ambivalente houding ten opzichte van zijn geboorteland Cura . Zijn laatste roman De morgen loeit weer aan (nominatie AKO Literatuurprijs 1988) vertelt het verhaal van een oudere man die leeft als een kluizenaar buiten de stad. In het gezelschap van vier honden, een grote drankvoorraad en een pistool op het nachtkastje overpeinst hij tijdens een lange nacht zijn leven, tot de ochtend weer aanbreekt: 'Buiten hoor ik het gekraai van hanen. De morgen loeit weer aan en is niet te vertrouwen.'
'Een zeldzame uitschieter. Een meesterwerk.' - JAN WOLKKRS
'Een knappe en rijke roman. Ieder detail, iedere uitweiding is functioneel, de inhoud wezenlijk, de stijl perfect.'- VRIJ NEDERLAND
'Marugg is de meester van zowel de uitbeelding van het bijna bereikte jongensgeluk als van de ontgoocheling.' - TROUW
'Magistrale verbeeldingskracht.' - HET PAROOL
'Een zeldzame uitschieter. Een meesterwerk.' - JAN WOLKKRS
'Een knappe en rijke roman. Ieder detail, iedere uitweiding is functioneel, de inhoud wezenlijk, de stijl perfect.'- VRIJ NEDERLAND
'Marugg is de meester van zowel de uitbeelding van het bijna bereikte jongensgeluk als van de ontgoocheling.' - TROUW
'Magistrale verbeeldingskracht.' - HET PAROOL