Plantin reisde veel, naar Parijs, waar hij een boekenwinkel en kanthandel had, naar Leiden waar hij een tweede bedrijf had, naar Frankfurt voor de Buchmesse, ... Bijna de helft van het jaar was hij onderweg. Hij was een ervaren reiziger. Hoe reisden mensen in een tijd zonder autowegen, gps, smartphone of tripadvisor? Plantin had tabellen ter beschikking die uitrekenden hoelang de trajecten duurden. Helaas hield hij niet nauwgezet bij waar hij sliep, at en hoeveel hij uitgaf. Gelukkig zijn er andere tijdgenoten, zoals Dürer en Montaigne die wel uitgebreide notities namen tijdens hun reizen. In het kielzog van Plantin sturen we onder meer jonge fotografen op reis met verschillende vervoersmiddelen. Waarin verschillen reisafstanden en reistijden met de reizen in de zestiende eeuw?
