Het hoofdpersonage, Nim, wordt na het overlijden van zijn moeder, op jonge leeftijd uitverkozen tot leerling sjamaan van zijn stam. Na het overlijden van zijn vader wordt hij vanwege zijn kwaliteiten van zijn stam weggezonden om een hoge sjamaan te worden, een diplomatiek figuur tussen verschillende stammen. Nadat hij door zijn stam verstoten is, ontfermt een paar jaar oudere hoge sjamaan, Iza, zich over hem als mentor. Na enige tijd vindt Nim zijn draai in dit nieuwe leven dat bestaat uit zichzelf onderhouden, zijn taken als sjamaan en opdrachten van Iza uitvoeren. En voor Nim het belangrijkste: zijn persoonlijke zoektocht naar zijn verdwenen zusje. Iets waarvoor hij, door wanhoop gedreven, tot steeds extremere daden overgaat.