Harry Blake, specialist in antieke documenten, krijgt een laat 16e-eeuws dagboek onder ogen dat geschreven is in een code uit het Elizabethaanse tijdperk, die alleen hij kan ontcijferen. Het beschrijft de avonturen van een jonge scheepsmaat, James Ogilvie, die in 1586 deelnam aan een geheime zeemissie vanuit Engeland naar Amerika in opdracht van Koningin Elizabeth. Het dagboek beschrijft tot in detail de zee-expeditie, waaraan tal van gerenommeerde wetenschappers van het Elizabethaanse Engeland deelnamen. Het doel was een protestantse kolonie te stichten in de Nieuwe Wereld (Amerika) en een nieuwe kalender te installeren, gebaseerd op een nieuwe nulmeridiaan die precies door deze kolonie zou lopen. Daarmee zou deze het belangrijkste punt van de wereld worden. Het protestantse rijk van Elizabeth zou aan prestige winnen ten nadele en vernedering van de Paus en het katholieke Spanje, die afhankelijk zouden blijven van de oude, inferieure tijdrekening. Echter, aan de expeditie namen ook katholieke infiltranten deel met als doel de onderneming te saboteren. Want zij voerden op de reis de Icoon van het Heilige Kruis - waarin het hout van het kruis van Christus is verwerkt - met zich mee, die gezegend werd door Mary Stuart, de katholieke opponente van Elizabeth, en die daarmee deze monarch het goddelijke recht op het gebied zou geven. Harrys spoor leidt terug naar de tijd van de kruistochten en deze heilige relikwie die inmiddels vele miljoenen waard is en die weleens de lont in het kruitvat van een wereldwijd terroristisch complot zou kunnen zijn...
