Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Uitstekende verhalenbundel!

Eus Wijnhoven 12 december 2017
Het gebeurt niet vaak dat een verhalenbundel van een onbekende auteur me zo heeft verrast. J.T.B. Jansen is dat gelukt. In zijn boek ‘Waan en willekeur’ heeft hij zes verhalen gebundeld die zich afspelen in de tweede wereldoorlog.

‘Voorbij de catacomben’ speelt zich af in mei 1940. Infanterist Naus verdwaalt van zijn compagnie. In eerste instantie sluit hij zich aan bij Nederlandse soldaten van andere regimenten die door de bossen dwalen maar ook hen verliest hij uit het oog. Als een groep SS’ers hem bijna op het spoor komt, weet Naus te ontsnappen. In het bos stuit hij op een boswachtershuisje. Hij gaat op onderzoek uit, maar wordt betrapt door een jongen. De benauwenis van Naus neemt steeds ernstiger vormen aan en hij neemt beslissingen die zijn doodvonnis zullen inluiden. Zoals Thomas Verbogt schreef: “Voorbij de catacomben is een beklemmende novelle.”

Het tweede verhaal, ‘Kuuroord’, speelt zich af in oktober 1941. De kleine Xavier gaat naar Paviljoen Bloksberg om zijn zieke zus Corinne op te halen. Daar aangekomen, blijven de deuren echter gesloten, terwijl hij binnen toch echt iemand hoort praten. Misschien zijn ze wel naar het speelveld in het bos gegaan, denkt Xavier. Daar verdwaalt hij hopeloos. Uiteindelijk wordt hij opgevangen door een boswachter. Hij vangt een gesprek op tussen de boswachter en diens vrouw, en verneemt de gruwelijke realiteit…

Arthur Rosenthal woont in Amsterdam samen met zijn ouders en zijn zusje Mireille. Het is september 1942. Mireille is gehandicapt en weet alle aandacht naar zich toe te trekken en het huishouden te koeioneren. En toch is zij vaders oogappel. Arthur daarentegen kan geen goed doen. Vader werkt bij de Deutscher Handelsverein. Daarmee lijkt hij enige bescherming te bieden aan zijn Joodse vrouw en hun twee half Joodse kinderen. Ook op school wordt Arthur gepest en hij keert meer en meer in zichzelf. Hij ontdekt dat hij kan ontsnappen aan de realiteit door te schrijven en publiceert in Het Letterkundig Maandblad. Als hij dan de muzikale, welgestelde Helena ontmoet, is er eindelijk licht aan het einde van de tunnel. Helena is echter Joods, tot afschuw van Arthurs vader. Als hij op zeker moment thuiskomt, vraagt kwelgeest Tiggelaar waarom ze hem nog niet hebben opgepakt. “Zijn ze jou vergeten?” Dan neemt Arthur een drastisch besluit. ‘Endlösung’ is een schokkend verhaal.

Voor het vierde verhaal, ‘Acte gratuit’, verplaatst JTB het decor naar Duitsland, oktober 1943. Johan Schmitt heeft een soldaat vermoord toen deze hem om zijn Ausweis vroeg. Om te achterhalen wat zijn beweegredenen waren, wordt hij opgesloten in een psychiatrische kliniek, een instelling waar niemand ooit meer is uitgekomen. Schmitt doorstaat de wreedste martelingen, maar geeft de informatie niet prijs die de psychiaters van hem verlangen, eenvoudigweg omdat die informatie niet bestaat. Langzaam maar zeker wordt hij daar gedoogd als meubilair, even later klimt hij zelfs op tot assistent van ‘bedrijfsvoerder’ Holinger. Hij krijgt een relatie met de bevallige Therese die er als verpleegster werkt. Zou hij via haar kunnen ontsnappen? Dan raakt hij verstrikt in onderlinge vetes die er in de kliniek spelen. Daar probeert hij gebruik van te maken, maar raakt al snel verstrikt in wrede complotten. Zal het hem lukken ooit levend de kliniek te verlaten?

In december 1944 wordt het klooster Kétyner Graben (Hongarije) door de Duitsers verlaten. De Russen staan op nog geen 100 kilometer klaar met hun tanks. Weismann is beloofd overgeplaatst te worden naar Zalaegerszeg, een plaats in de buurt van het dorpje Dobronhegy, waar Weismann zijn vriendinnetje Natasja hoopt te vinden. Dan krijgt hij te horen dat hij het klooster moet bewaken. Later zal men hem en de 15-jarige soldaat die aan Weismann is toevertrouwd komen halen. De jongen blijkt volstrekt geen ervaring in het leger te hebben. Hij is zes weken geleden pas gerekruteerd. Vanuit Kétyner Graben ziet Weismann op zeker moment in de verte een groep vluchtelingen passeren en hij meent Natasja te herkennen. Dan ziet hij twee Russische tanks naderen… Ook ‘Kétyner Graben’ is een beklemmend verhaal.

Het laatste verhaal, ‘Aankomst in Arcadië’, is eigenlijk een boek van 180 pagina’s. Het speelt zich weer af in Nederland, in april 1945, vlak voor de bevrijding. Wessel Holslag, 23 jaar, is samen met zijn 21-jarige zus Liza ingetrokken bij Alex Duthil en diens dochter Irene. Duthil is de vroegere werkgever van vader Holslag, een Duitser in de jaren dertig naar Nederland verhuisd, die voor de Arbeidseinsatz naar Duitsland is vertrokken. Moeder is bij een bombardement omgekomen en het ouderlijk huis in Arnhem is daarbij verwoest. Wessel haat zijn zusje. Al haar leven lang is ze ziekelijk. Altijd was zij het prinsesje van vader Holslag. Niets anders dan een snauw restte de jonge Wessel. Hem betitelen als misantroop is te veel eer voor deze onuitstaanbare kerel die via het onderduikadres bij Duthil de Arbeidseinsatz probeert te ontlopen. Hij is uitsluitend uit op eigen gewin, van enige moraal lijkt bij hem geen sprake. Als blijkt dat Duthil, een man die Joden zou helpen onderduiken, in de oorlog wellicht een verrader is geweest, begint Wessels wereld te wankelen. Nadat hij een misdaad pleegt, is er geen uitweg meer, al komen de Canadese tanks inmiddels de stad in gereden.

‘Waan en willekeur’ is een uitstekende verhalenbundel. Het laatste verhaal boeide me in mindere mate, vooral vanwege de uiterst onsympathieke protagonist. Daarbij is het jammer dat de (tot dan uitstekende) redactie er na 235 pagina’s niet veel zin meer in had. Het boek telt overigens 411 pagina’s (in eerdere recensie staat ten onrechte 253).

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Eus Wijnhoven

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.