Het eerste boek dat Catherine Fisher prachtig vond, was Alice in Wonderland. Alle gebeurtenissen werden zo levendig beschreven, terwijl er niets werd uitgelegd. Sindsdien is ze gek op fantasie-boeken, zoals mythen en legenden, science fiction, verhalen over de zee en spookverhalen, waarin magische, onverwachte dingen gebeuren en veel aan de fantasie van de lezer wordt overgelaten.

Zelf begon Catherine Fisher al jong met schrijven: ze was elf toen ze haar eerste gedicht maakte. Sinds die tijd heeft ze nog meer gedichten geschreven en verhalen bedacht, maar ze begon pas serieus met schrijven toen ze van school kwam. Haar boeken werden even fantastisch als de verhalen die ze zelf graag leest. De meeste van Catherines boeken spelen zich af op plaatsen die ze kent, en die in de buurt liggen van haar geboorteplaats Newport in Wales, waar ze nog steeds woont. Haar ideeën komen vaak van oude mythen en volksverhalen.

Catherine Fisher is vooral geïnteresseerd in verhalen uit Wales en de legenden over koning Arthur en de tovenaar Merlijn. Dit kun je bijvoorbeeld duidelijk merken in De Naam in het boek. De boeken over de Sneeuwheks zijn anders. Die spelen zich niet in onze tijd af, maar lang geleden, in een ijskoud land in het noorden van de wereld. Ze zijn gebaseerd op oude Noorse en IJslandse volksverhalen en gedichten.

De Watergodin heeft Catherine Fisher geschreven naar een oude legende over een man, van wie de ziel was gestolen. Dit verhaal speelt zich af in haar woonplaats Newport, aan de rivier de Severn.