Op die dag in september, toen Christie Purifoy op Maplehurst aankwam, was ze zwanger van haar vierde kind, en van een diep verlangen naar een heiligdom, een vast punt in haar drukke, gejaagde leven. Het grote victoriaanse boerderijhuis boven op een heuvel in Pennsylvania herbergde binnen zijn vier muren de mogelijkheid om een plek te worden waar ze eindelijk datgene kon ontvangen en vasthouden waar we allemaal naar verlangen - een thuis.
In lyrisch, beschouwend proza onthult Christie langzaam de beproevingen en overwinningen van haar eerste jaar op Maplehurst - van de hevige hitte van de zomer tot het glorieuze bladerdak van de herfst, en van het stille verdriet in de winter tot de onverwachte zegeningen van de lente. Door wat ze vertelt over planten, de tuin onderhouden, de poort openzetten voor de buren en de taal van een plek leren spreken, neemt Christie je mee in de pijn en de vreugde van het kleine begin, en in de verwondering over een God die bij ons wil wonen.
In lyrisch, beschouwend proza onthult Christie langzaam de beproevingen en overwinningen van haar eerste jaar op Maplehurst - van de hevige hitte van de zomer tot het glorieuze bladerdak van de herfst, en van het stille verdriet in de winter tot de onverwachte zegeningen van de lente. Door wat ze vertelt over planten, de tuin onderhouden, de poort openzetten voor de buren en de taal van een plek leren spreken, neemt Christie je mee in de pijn en de vreugde van het kleine begin, en in de verwondering over een God die bij ons wil wonen.