Het derde deel van de She-cyclus van Henry Rider Haggard (1856-1925) behelst de 'geschiedenis achter de geschiedenis'van She/Ayesha: het verhaal van de priesteres van Isis, de dochter van de wijsheid, en haar eeuwige conflict tussen aardse liefde (voor de Griekse krijger-priester Kallikrates) ende liefde-in-de-geest. Als zij, na talloze avonturen, in het hartje van Afrika van haar raadsman Noet de taak van Wachter van het Levensvuur krijgt toebedeeld, kan zij de verlokking van het eeuwige leven en de eeuwige schoonheid niet weerstaan: zij begeeft zich in het vuur en is gedoemd voort te leven tot in de eeuwigheid. Tweeduizend jaar lang wacht zij in de rotsgraven van Kôr in volstreke eenzaamheid op het moment dat Kallikrates terug zal keren, in de gedaante van Leo Vincey, de mannelijke held uit de beide vorige romans van deze cyclus, She (E 365) en Ayesha, de terugkeer van She (E 452). De onthulling van het meest tragische geheim in deze fantastische avonturentrilogie: Waarom verschrompelde 'de dochter van de wijsheid' voor de ogen van haar geliefde tot een aapachtige mummie in de vlam waarvan zij de eeuwige jeugd verwachtte?