Lion Feuchtwanger schreef met De jood Süss één van de meest bloedstollende romans uit de Duitse literatuur. Het is het verhaal van opkomst en ondergang van de historische figuur Josef Süss Oppenheimer, die zich in het begin van de achttiende eeuw opwerkte tot hoffinancier van het hertogdom Württemberg, dat destijds deel uitmaakte van het Heilige Roomse Rijk. Maar het is ook het verhaal van dubbelzinnige relatie tussen Süss en zijn tyrannieke broodheer – de keurvorst van Württemberg Karl Alexander – die elkaar gevangen houden in een complexe relatie van wederzijdse afkeer en afhankelijkheid.
In De jood Süss - verschenen in 1925 - schetst Feuchtwanger een fascinerend beeld van de bewogen tijd van de Duitse barok, waarin machtswellust en inkeer tegenover elkaar staan, evenals het decadente hof en de geknechte bevolking van het hertogdom. Dit alles tegen de achtergrond van de politieke machtsstrijd tussen de protestantse burgerij die zich laat voorstaan op zijn democratische rechten en de tyrannieke hertog die van Württemberg een katholieke autocratie wil maken.
In De jood Süss - verschenen in 1925 - schetst Feuchtwanger een fascinerend beeld van de bewogen tijd van de Duitse barok, waarin machtswellust en inkeer tegenover elkaar staan, evenals het decadente hof en de geknechte bevolking van het hertogdom. Dit alles tegen de achtergrond van de politieke machtsstrijd tussen de protestantse burgerij die zich laat voorstaan op zijn democratische rechten en de tyrannieke hertog die van Württemberg een katholieke autocratie wil maken.