Dit boek, dat zoveel warmte uitstraalt, speelt op "Weltevree", de oude boerderij, waar vader en moeder Hellema met hun kinderen, Nienke, Siert, Frouke en Marije leven. Op de lange, strenge winter, waarvan de kinderen ook genieten, volgt de lente. Er wordt veel jongvee geboren en de kinderen brengen met de fles een lammetje groot. De weiden krijgen een prachtig groen kleed met de mooiste bloemen en moeder versiert met de pinksterbloemen de oude boerderij. Moeder helpt met het hooien en in de moestuin moet er hard gewerkt worden. In de herfst maakt Siert een rommelpot en een paar dagen later is het Sint-Maarten. In een lange, lange rij lopen alle kinderen zingend naar het dorp. Over de donkere wegen dragen ze brandende lampions en zingen de oude liedjes. Het is erg gezellig met Sint-Nicolaas en Kerstmis op "Weltevree" en op Oudejaarsavond beleven de kinderen het klokluiden mee. En als vader en moeder met hun kinderen weer naar huis rijden, is er een nieuw jaar. Een boek over een gelukkige familie, die hun vreugde vindt in elkaar. En dat zo goed is geschreven, dat het lijkt alsof je alles zelf meemaakt.
