In zijn epistels doet Allard verslag van zijn dagelijkse leven op die ene hectare grond. Ook verhaalt hij over de pijnlijke relatie met zijn vader, een verloren liefde, zijn schaakfilosofie en het ontstaan van de verstikkende fobieën die hem aan zijn woonstee kluisteren.
Als de overheid hem huis en haard dreigt af te nemen ten behoeve van een nog aan te leggen spoorlijn, zakt hij steeds dieper weg in de waanzin. Door brieven te blijven schrijven probeert hij nog enige greep op de werkelijkheid te houden.