In 1931 bewees Kurt Godel een stelling die een revolutie teweegbracht in grondslagen en filosofie van logica en wiskunde. Een stelling die, getuige de hedendaagse interesse in Godei, niets aan belang heeft ingeboet. Godel toonde ondermeer aan, dat het bij de rekenkunde onmogelijk is, axioma's te kiezen waaruit alle rekenkundig ware uitspraken kunnen worden afgeleid. Nu logica en wiskunde steeds verder doordringen in vrijwel alle wetenschappelijke studies, krijgen de resultaten van Godel een steeds universeler belang. Zij vormen een van de hoogtepunten van de twintigste-eeuwse wetenschap.