Ze kan er niet meer tegen: de beelden uit weer een nieuwe oorlog, het nieuws van een volgende klimaatramp, de alomtegenwoordige onverschilligheid voor de dood.
Ze ontvlucht haar leven in Leuven en verruilt dat impulsief voor de ogenschijnlijke eenvoud van het Normandische landschap. Boom na boom, struik na struik, vogel na vogel leert ze opnieuw kijken.
Bevredigt wat ze daar opbouwt meer dan wat ze de rug toekeert? Een oude piano, een paar kippen en de kalmte van koeien bepalen mee het antwoord.