In dit boek kijken negen oude mannen met wrok terug op al die jaren dat ze door kinderen zijn gepest en uitgejouwd omdat ze er allemaal zo vreemd uitzagen. Vijfentwintig jaar nadat ze uit elkaar zijn gegaan, roept Hein Korst die mannen nog eenmaal bij elkaar om echt wraak te nemen. Dan gebeurt er negen keer iets heel merkwaardigs…
Joep haalde de pot met de spin uit zijn tas en liep ermee naar het bord.
Vlak voor Henk Ham bleef hij staan. Ineens werd iedereen stil.
‘Hierin zit een spin.’
‘Getver.’
‘Jakkes.’
Joep haalde diep adem en maakte zich zo groot mogelijk.
‘Wedden om een tientje dat jij deze spin niet durft op te eten?’
Het werd nog stiller. Hij zag hoe een paar kinderen op hun lip beten.
‘Voorlezen,’ zei Henk Ham, en duwde het tijdschrift in zijn handen.
Joep stak het omhoog, met zijn andere hand hield hij de pot in de lucht.
‘Voorlezen of de spin?’ vroeg hij aan de klas.
Niemand deed zijn mond open.
Henk Ham aarzelde. Gespannen wachtte Joep af
Joep haalde de pot met de spin uit zijn tas en liep ermee naar het bord.
Vlak voor Henk Ham bleef hij staan. Ineens werd iedereen stil.
‘Hierin zit een spin.’
‘Getver.’
‘Jakkes.’
Joep haalde diep adem en maakte zich zo groot mogelijk.
‘Wedden om een tientje dat jij deze spin niet durft op te eten?’
Het werd nog stiller. Hij zag hoe een paar kinderen op hun lip beten.
‘Voorlezen,’ zei Henk Ham, en duwde het tijdschrift in zijn handen.
Joep stak het omhoog, met zijn andere hand hield hij de pot in de lucht.
‘Voorlezen of de spin?’ vroeg hij aan de klas.
Niemand deed zijn mond open.
Henk Ham aarzelde. Gespannen wachtte Joep af
