Mogelijk is de vanzelfsprekendheid van het dragen van kleding de reden dat hier zo weinig over nagedacht is, althans zo weinig op papier gezet is. Boor een filosoof is dat een weinig bevredigende gang van zaken want in het bijzonder de vanzelfsprekendheden dienen intensief op hun vanzelfsprekendheid getoetst te worden. Is er een oorzaak aan te wijzen voor dit gebrek aan belangstelling? Of is het misschien zo omdat dit onderwerp nog al gevoelig ligt? Want als men het dragen van kleding tot onderwerp van overpeinzingen maak, dan komt ook onvermijdelijk de vraag van het niet - dragen van kleding aan de orde met het risico dat men tot de conclusie zou komen dat er veel meer omstandigheden zijn waarin het niet - dragen van kleding voor de hand liggend zou zij. Denken over bloot vindt zijn oorsprong in enerzijds een fascinatie voor de filosofie, anderzijds voor het naakte menselijk lichaam. Deze koppeling van filosofie aan het thema van het naakte menselijke lichaam komt in de literatuur nauwelijks voor. In deze studie gaat het niet in de eerste plaats om het door wie en wanneer wordt kleding aangetrokken ofwel uitgetrokken en niet gedragen, hoedwel vragen daarnaar bij tijd en wijle onontkoombaar zullen opkomen. Wie filosofische pretenties heeft, vraagt vooral naar het waarom al staat van te voren vast antwoorden hierop in nauwe relatie zullen staan tot het wie en wanneer.