Onze kennis van dieren beperkte zich eeuwenlang tot de biologie: we beschreven het leven van diersoorten. Het dierlijke gedrag zagen we als het resultaat van instincten; intelligentie en emoties bij dieren waren inferieur. Onze relaties met dieren waren dan ook volstrekt hiërarchisch: wij bepaalden wat we met ze deden. Dat was geen enkel probleem want ze zeiden niets terug – dachten we. Maar onze blik verandert. Dieren blijken ook taal en cultuur, ideeën en gevoelens te hebben. Velen van ons rekenen hond en kat tot de familie. En waarom zou dat niet ook voor koeien en kippen, olifanten en dolfijnen gelden? Wat zijn de praktische, ethische en ecologische implicaties van dergelijke ideeën en vragen? Kortom: wat als alle dieren, ook de niet-menselijke, individuen zijn, die naast een biologie ook een biografie hebben?
Dier en mens is een inleiding in het internationaal snelgroeiende terrein van dier-mensstudies, waarin nieuwe inzichten vanuit diverse disciplines – filosofie, geschiedenis, sociologie, recht, biologie en meer – bij elkaar komen. Dit boek laat je met nieuwe ogen naar andere dieren kijken – met de ogen van een dierenmens.
Dier en mens is een inleiding in het internationaal snelgroeiende terrein van dier-mensstudies, waarin nieuwe inzichten vanuit diverse disciplines – filosofie, geschiedenis, sociologie, recht, biologie en meer – bij elkaar komen. Dit boek laat je met nieuwe ogen naar andere dieren kijken – met de ogen van een dierenmens.
