Sinds 1921 prijkt in het Centraal Museum, Utrecht, het pronkpoppenhuis dat in de jaren zeventig van de zeventiende eeuw werd samengesteld door Petronella de la Court (1624-1707). Toen stond het in de grote voorkamer van het woonhuis van brouwerij De Swaen aan het Singel in Amsterdam. Dit was tevens de kunstkamer met kabinetten vol porselein, rariteiten, een atlas van Blaeu en een muntenverzameling. De kunstkamer in het poppenhuis is hiervan een afspiegeling in miniatuur. In het poppenhuis hangen zestien schilderijtjes van Hollandse meesters; in De Swaen hingen er meer dan honderdvijftig. De kunstkamer is een van de elf kamers, waaronder ook een salon, een comptoir (kantoor), een kraamkamer en een tuin, waarin bewoners, gasten en personeel verblijven. De kleding van deze poppen is van groot belang voor de kostuumhistorie. De poppenhuishouding geeft een beeld van hoe een rijke familie destijds leefde. Bezoek in dit boek de elf kamers van Petronella’s pronkpoppenhuis, een tijdcapsule uit de zeventiende eeuw.