Vijftien auteurs die een nauwe band hebben met Leuven, schreven nieuw werk ter gelegenheid van 150 jaar stedelijke bibliotheek en 15 jaar Tweebronnen.
Iedere auteur ging op zijn/haar manier aan de slag met de opdracht om een tekst waarin Leuven een rol speelt, te maken. Dieric Bouts werft een jonge hoefsmid aan als model en Johanna Spaey zet de oude fiets van haar moeder bij die van haar vader. Naast Charles Ducal maakt ook inspecteur Berg zijn opwachting. Water inspireert Paul Baeten Gronda en een Monchichi valt in het bad van Saskia de Coster …
Leuvenaar en belpopkenner Jan Delvaux vraagt zichzelf in de inleiding af waarom het lange leven van dit boek verzekerd zou zijn. Zijn antwoord is simpel: Wie hier nooit komt, mist zichzelf wel misschien is een ode aan de werelden die een bibliotheek ter beschikking stelt en aan de veiligheid die het biedt aan de beste pennen ter wereld.
Iedere auteur ging op zijn/haar manier aan de slag met de opdracht om een tekst waarin Leuven een rol speelt, te maken. Dieric Bouts werft een jonge hoefsmid aan als model en Johanna Spaey zet de oude fiets van haar moeder bij die van haar vader. Naast Charles Ducal maakt ook inspecteur Berg zijn opwachting. Water inspireert Paul Baeten Gronda en een Monchichi valt in het bad van Saskia de Coster …
Leuvenaar en belpopkenner Jan Delvaux vraagt zichzelf in de inleiding af waarom het lange leven van dit boek verzekerd zou zijn. Zijn antwoord is simpel: Wie hier nooit komt, mist zichzelf wel misschien is een ode aan de werelden die een bibliotheek ter beschikking stelt en aan de veiligheid die het biedt aan de beste pennen ter wereld.