Dit is het begin van een zoektocht vermoed ik, als ik voor de open kuil sta, waar mijn oom Fridus Beitnagel zo in verdwijnt. De broer van mijn vader die in het jaar dat ik werd geboren een kruisje achter zijn naam kreeg geplaatst, is overleden. Over Fridus werd thuis niet gesproken zolang ik me kan herinneren. Voor mijn vragen over mijn oom kwam geen ruimte. In de tijd vergat ik hem, totdat ik werd verrast door een notaris die mij uitnodigde voor de begrafenis en aansluitend voor de lezing van zijn testament.