Bella groeit op in een wereld van misleiding, leugen en bedrog. Zo voorspelt een geestelijke met een zeker gezag haar als kind al het eeuwige leven, en moet ze zich tijdens haar studie handhaven met leugentjes om bestwil in een wereld vol rivaliteit en afgunst. Als ook haar geliefde haar lijkt te bedriegen met een andere vrouw, maakt ze zich schuldig aan een wraakactie om het vermeende overspel te wreken. Wanneer blijkt dat ze zich heeft vergist, is het te laat. Haar partner maakt er op zijn eigen manier een einde aan in de meest letterlijke zin van het woord. Ze stort zich daarna vol wroeging op haar werk als apotheker, en neemt daar ook zelf een loopje met de waarheid. Als ze uiteindelijk wordt ontslagen, zoekt ze haar heil in een klooster. Maar zelfs het kloosterleven blijkt één grote leugen. Op zoek naar de waarheid zou ze willen dat ze die nooit had ontdekt.