De gedichten en foto’s in Het kostbaar doodgewoon vragen aandacht voor wat oppervlakkig beschouwd eigenlijk niks bijzonders is, opdat wie ze leest en bekijkt zal zien hoe waardevol ook het doodgewone kan zijn: als iets wat blij maakt, troost geeft, waarschuwt, veroordeelt. De plaats die natuur, in het bijzonder het dier in de bundel inneemt, draagt er hopelijk toe bij dat veganisme meer begrip, misschien zelfs navolging zal vinden. Het zou een stap betekenen naar een toekomst waarin veganisme doodgewoon zal zijn.