Een jongenskop met pikzwart haar en glimmende ogen duikt op. De jongen staart Joy even sprakeloos aan als zij hem.
Beneden slaat iemand dreunend tegen de deur. De jongen legt waarschuwend een vinger tegen zijn lippen. Hij kijkt Joy zo smekend aan dat ze haar angst voelt wegtrekken.
"Wat is er met jou?" fluistert ze. "Wees maar niet bang, ik verraad je niet."
"Ik ben 'm gesmeerd," stoot hij eruit. "En als je me erbij lapt, dan maak ik je koud!"
