Het nieuwe millennium is enkele jaren oud. Nederland is geen koninkrijk meer en de wederopbouw na een zware aardbeving is nog niet voltooid. Op straat lopen Greorgiërs en Finse ballingen. Er wordt met ecu's betaald.
In een herbouwd oudheidkundig museum ontmoet de ik-figuur een jonge student kunstgeschiedenis op wie hij op slag verliefd wordt. Na verloop van tijd - hij heeft inmiddels een uitvinding gedaan die snel de wereld verovert - keert het geluk zich tegen hem. Zijn vriend vertrekt naar Rome en verbreekt de relatie, zijn uitvinding openbaart een onverhoedse kwaadaardigheid waarvan twee dierbaren het slachtoffer worden en die hem zelf zijn vrijheid kost.
Een compacte spiraalvertelling waarin een caleidoscopische stoet van personages voorbijtrekt en waarin steeds meer scherven verleden opduiken die het heden hebben bepaald. Taal en compositie spelen mede een hoofdrol in Kwartsiet, een roman die even relativerend-droevig is als wrang-komisch.
