Eind jaren veertig ontvluchten Robby en Jos het kille, benepen Nederland. De oorlogsjaren zijn achter de rug en de jonge vrouwen proeven letterlijk de vrijheid. Met niets meer dan een rugzak en een gitaar, wat moed en gezonde naïviteit trekken ze als het zangduo ‘de Rojo’s’ de wereld in.
Terwijl hun familie nog denkt dat het om een vakantie gaat, hebben Jos en Robby al een groter plan. Hun avontuurlijke reis duurt uiteindelijk meer dan elf jaar. Zingend doen ze Europa, Afrika, het Midden-Oosten en Midden-Amerika aan. Ze lijden honger, beleven successen, ontsnappen aan heikele situaties en delen lief en leed. Hun vriendschap wordt meermaals op de proef gesteld. Zeker als blijkt dat in Robby een diep verlangen schuilt dat door Jos niet wordt beantwoord.