Berend Elsinga heeft, in de zeventiger jaren, met zijn vrouw Wietske een geitenboerderijtje in het (fictieve) Friese dorpje Foarhinne. Met een vriendenstel, Bart en Eefke, runnen ze hun boerderijwinkel. Bart is een getalenteerd portrettekenaar en trekt naar Amsterdam om daar inspiratie op te doen. In de trein maakt hij kennis met de beeldschone Doutzen. die hij op de Wallen opnieuw ontmoet. Ook rookt hij zijn eerste joint en komt hij in de ban van het bruisende Amsterdamse leven. Als hij terug is in Foarhinne volgen de schokkende gebeurtenissen elkaar op en vormen een mozaïek van grillige vormen en kleuren waarin Foarhinners, Amsterdammers en een Amerikaanse toerist een rol spelen. Pas aan het eind van het verhaal vallen alle stukjes op de juiste plek.