De oorspronkelijke uitgave verscheen in 1564, elf jaar na de dood van Rabelais, en de discussie of Rabelais de tekst zelf geschreven heeft of een navolger (al of niet op basis van nagelaten fragmenten) wordt door de geleerden nog steeds gevoerd. Aan de kwaliteit en betekenis van het boek doet deze kwestie echter niets af. Ook in dit deel worden we vergast op felle aanvallen op onder meer de paus, de geestelijkheid en de rechterlijke macht. Ook in dit deel treffen we een rijkdom aan ideeën, kennis, humor en taalgebruik, een ontembare levenslust en vrolijke carnavaleske situaties aan. Aan het eind brengt het verhaal ons bij het doel van de reis die Pantagruel in het Vierde Boek ondernam: het eiland waar zich de Fles bevindt die voor Panurge het langgezochte antwoord bevat. Kortom, een waardige voortzetting en afronding van een van de belangrijkste werken uit de literatuurgeschiedenis.