Johan Snoek (geb. 1920) was van 1953 tot 1985 gereformeerd predikant. Het grootste deel van die periode was hij rechtstreeks betrokken bij het gesprek tussen het Joodse volk en de kerken (resp. ruim 11 jaar als evangelisatiepredikant van de Schotse Kerk in Tiberias en 5 jaar als hoofd van de Sectie Kerk en het Joodse Volk van de Wereldraad van Kerken in Geneve).
Sinds 1985 is hij emeritus.
Vanaf 1938 hield hij een openhartig dagboek bij, dat hij in 1991 voor zijn kinderen uitwerkte tot een familieboek. Gezien de vele contacten die hij in zijn werk opbouwde, werd het dagboek voor uitgave bewerkt. Het bevat veel belangwekkende achtergrondinformatie over kerkelijke en politieke zaken uit die periode, zoals de contacten van de Wereldraad met Israël, met joodse groeperingen en met Palestijnen en uiteraard de periode in Israël, die veel tact en beleid vroeg.
Zijn houding tijdens het verzet in de oorlogsjaren leerde hem, ook in zijn latere leven niet bang te zijn voor een afwijkend standpunt waar dat nodig was ('kleur te bekennen'). Door het historisch gehalte is dit boek meer dan een persoonlijke terugblik.
Sinds 1985 is hij emeritus.
Vanaf 1938 hield hij een openhartig dagboek bij, dat hij in 1991 voor zijn kinderen uitwerkte tot een familieboek. Gezien de vele contacten die hij in zijn werk opbouwde, werd het dagboek voor uitgave bewerkt. Het bevat veel belangwekkende achtergrondinformatie over kerkelijke en politieke zaken uit die periode, zoals de contacten van de Wereldraad met Israël, met joodse groeperingen en met Palestijnen en uiteraard de periode in Israël, die veel tact en beleid vroeg.
Zijn houding tijdens het verzet in de oorlogsjaren leerde hem, ook in zijn latere leven niet bang te zijn voor een afwijkend standpunt waar dat nodig was ('kleur te bekennen'). Door het historisch gehalte is dit boek meer dan een persoonlijke terugblik.