De twintigjarige Loek keert berooid terug bij zijn ouders. In de jaren dat hij op zichzelf woont in een vervallen buitenwijk, is Loeks leven in de soep gelopen: sterke vermagering, vrienden kwijt, relatie kapot, schulden, studie vast gelopen, huis een puinhoop, cannabismisbruik... Loek en zijn vader, Paul, storten zich op concrete klussen. Al snel wordt onder de puinhoop het chaotische, geestelijke fundament duidelijk. Dat ook aandacht vraagt.