Na jaren in remissie te zijn van maagkanker, blijkt Archibald bij een halfjaarlijkse controle opnieuw positief. De kanker is terug en hij besluit niet wéér een chemokuur te ondergaan. Hij zal hoogstens nog een half jaar te leven hebben, zo klinkt de meedogenloze prognose. In deze ‘geleende tijd’ wordt Archibald overvallen door een schuldbewust perspectief van zijn bestaan. De liefde voor zijn ex-vrouw en dochters blijkt onvoorwaardelijk.
