Kleine Bever krijgt een ding op zijn kop. Het heeft stekel, en er zit iets bruins in.
'Een kastanje,' zegt Grote Bever.
De kop van Kleine Bever doet pijn en daarom gaan de vier bevertrjes op zoek naar Oude Bever. Die weet overal raad op.
Ze ligt in het gras.
'Waarom lig je daar?' vraagt Kleine Bever. 'Ben je ziek?'
'Nee, maar ik ben heel oud en ik kan niet zo goed meer bewegen,' zegt Oude Bever. Ze vindt de kastanje heel mooi, en zegt dat er een boom uit groeit als je hem in de grond stopt.
Als de bevertjes de volgende dag weer bij haar komen, slaapt ze. En ze wordt niet meer wakker...
'Een kastanje,' zegt Grote Bever.
De kop van Kleine Bever doet pijn en daarom gaan de vier bevertrjes op zoek naar Oude Bever. Die weet overal raad op.
Ze ligt in het gras.
'Waarom lig je daar?' vraagt Kleine Bever. 'Ben je ziek?'
'Nee, maar ik ben heel oud en ik kan niet zo goed meer bewegen,' zegt Oude Bever. Ze vindt de kastanje heel mooi, en zegt dat er een boom uit groeit als je hem in de grond stopt.
Als de bevertjes de volgende dag weer bij haar komen, slaapt ze. En ze wordt niet meer wakker...
