Twintig jaar later ontvangt hij een uitnodiging naar Leuven te komen waar Johanna een prestigieuze academische onderscheiding zal krijgen. Samen met drie anderen reist hij via zijn geboorteplaats Terneuzen naar de Belgische universiteitsstad. Tijdens de reis overdenkt Matthijs de jaren die achter hem liggen en probeert hij voor zichzelf helder te krijgen wie hij geworden is en wat hij van de hernieuwde ontmoeting met haar verwacht. En dan staan ze weer tegenover elkaar...
Wat overblijft is een roman over ouder worden, vergankelijkheid, overgave en geldingsdrang. Maar bovenal gaat het om wat er resteert als het stof van de tijd is weggeblazen.